#6 , 31 jul 2017 21:00
Zijn 'beschikbaarheid' betekent niet dat de kinderen hem zullen 'toegewezen' worden, zoals u het stelt.
Ze wonen wettelijk samen, zijn niet gehuwd. Al wat bijgevolg nodig is om daar een einde aan te stellen is à la limite een éénzijdige verklaring van uw dochter, niets te maken met 'fouten' die moeten worden aangetoond etc.
Binnen de 3 maanden na deze verklaring kan bij de vrederechter een verzoek ingediend worden tot dringende en voorlopige maatregelen op basis van Art. 1479 par. 2, BW (wie blijft in de gezinswoning, betaling huur, verblijfsregeling kinderen etc). Die maatregelen blijven maximaal 1 jaar geldig, daarna is het aan de familierechtbank.
Burgerlijk Wetboek:
Art. 1479. Indien de verstandhouding tussen de wettelijk samenwonenden ernstig verstoord is, beveelt de vrederechter, op verzoek van één van de partijen, de dringende en voorlopige maatregelen betreffende het betrekken van de gemeenschappelijke verblijfplaats, betreffende de persoon en de goederen van de samenwonenden en van de kinderen alsmede betreffende de wettelijke en contractuele verplichtingen van beide samenwonenden.
De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Hoe dan ook vervallen die maatregelen op de dag dat de wettelijke samenwoning, zoals bedoeld in artikel 1476, § 2, zesde lid, wordt beëindigd.
Na de beëindiging van de wettelijke samenwoning en voor zover de vordering binnen drie maanden na die beëindiging is ingesteld, gelast de vrederechter de dringende en voorlopige maatregelen die ingevolge de beëindiging gerechtvaardigd zijn. De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Die geldigheidsduur mag niet langer dan één jaar bedragen.
De vrederechter beschikt overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 1253ter tot 1253octies van het Gerechtelijk Wetboek.
Indien een wettelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig gemaakt heeft aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek, of indien er ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen bestaan, zal deze laatste behalve bij uitzonderlijke omstandigheden het genot van de gemeenschappelijke verblijfplaats toegewezen krijgen indien hij daarom verzoekt.
Ik ben geen advocaat, u gebruikt de informatie die ik verstrek strikt op eigen risico. Win steeds gekwalificeerd advies in voor belangrijke beslissingen.
Gelieve vragen te stellen via het forum, NIET via persoonlijke berichten.