de voorlopige maatregelen zijn als onderstaande uitgesproken.
Ik ben daar totaal niet met akkoord. Het us onmogelijk om binnen de maand een woning te vinden. Ik heb trouwens ook niet eens het budget om een huurwaarborg te betalen. We hebben het huis laten schatten, ... Moet deze woning niet verkocht worden. Deze woning is beschreven 50-50. Wij zijn beide evenveel eigenaar wat kan ik doen om hiertegen in verzet te gaan.
Hieronder kan u het vonnis terugvinden.
Moeder vordert samengevat:
de echtscheiding op grond van artikel 229 §2-3 oud B.W.
-de aanstelling van een notaris voor de vereffening-verdeling van het huwelijksvermogen;
-moeder te machtigen afzonderlijk te verblijven in de gezinswoning met ingang van 2 december 2023;
-het voorlopig gebruik en genot van de inboedel en huisraad van de gezinswoning
-alsook van het voertuig Mercedes; groeipakket en sociale voordelen voor
zoon aan moeder;
-een onderhoudsbijdrage van 400 EUR per maand aan moeder, te indexeren, vanaf 1 augustus 2023;
-verdeling buitengewone kosten bij helften;
-aanbod afbetaling hypotheek en renovatielening voor zover mevrouw wordt gemachtigd aldaar verder te verblijven, en zo lang partijen samenwonen de helft; fiscaal voordeel voor Maxim aan moeder;
-wederzijds vervreemdingsverbod;
-aanstelling notaris voor inventaris.
Vader verklaarde zich ter zitting van 6 november 2023 akkoord met de vordering tot echtscheiding. De zaak wordt voor herhaald verzoek van de echtscheiding in voortzetting gesteld ter zitting van de AF10-kamer van 12 februari 2024 om 9:00 uur.
Vader vordert bij conclusie samengevat als volgt:
-een onderhoudsuitkering na echtscheiding van 500 EUR per maand;
-machtiging tot afzonderlijk verblijf in de gezinswoning, uiterst ondergeschikt te zeggen dat hij einde januari 2024 de woning moet verlaten; een onderhoudsuitkering tijdens de procedure van 500 EUR per maand.
Partijen vragen in eerste instantie een beslissing over de afzonderlijke woonst en legden een verzoek kalenderregeling neer voor behandeling van de overige vorderingen. Beschikking overeenkomstig art. 747 § 1 Ger. W. werd verleend op 6 november 2023 waarbij rechtsdag werd bepaald op 26 maart 2024.
3. Beoordeling
Afzonderlijke woonst
Beide partijen vragen gemachtigd te worden om met uitsluiting van de andere echtgenoot in
de gezinswoning te verblijven.
Moeder heeft een inkomen als bediende van circa 2.800 EUR per maand naast eindejaarspremie/vakantiegeld. Zij ontvangt ook maaltijdcheques. Moeder wijst erop dat dit het loon met nog twee kinderen ten laste en inmiddels de oudste zoon niet meer ten laste is
zodat haar netto loon wat zal verminderen.
Vader heeft een netto inkomen als bediende van 2.060 EUR per maand, tevens naast premie/vakantiegeld alsook maaltijdscheques.
Moeder stelt dat de gezinssituatie al lang bekoeld is en ook de relatie tussen vader en zoon niet optimaal is. Zij dringt aan op een spoedig vertrek van vader, rekening houdend met de examens van zoon in januari. Zij verklaart dat de zoon zeker verder bij haar zal verblijven.
Vader argumenteert dat hij erg verknocht is aan de woning, en dat hij de economisch zwakkere echtgenoot is en moeilijker iets op de huurmarkt zal vinden. Zoon kan wat hem betreft in de woning blijven wonen, maar verblijft ook veel bij zijn vriendin.
Op basis van de gegevens die voorliggen en het debat ter zitting acht de rechtbank het zeer waarschijnlijk dat zoon hoofdzakelijk bij zijn moeder zal verblijven na de feitelijke scheiding. Hoewel vader dit relativeert op zitting spreekt hij in conclusie niet tegen dat de relatie met de zoon actueel niet zo goed. Het inkomen waar vader over beschikt moet hem toelaten een huurwoning te vinden.
Met deze elementen rekening houdend wordt moeder gemachtigd om verder in de gezinswoning te verblijven. De rechtbank beslist dat vader de woning zal verlaten uiterlijk zaterdag 30 december 2023, nog voor de start van examens van de zoon. De zoon kan zo hij dit wenst een andere studeerplek te zoeken.
Uitvoerbaarheid
Huidig vonnis is van rechtswege uitvoerbaar.
4. Beslissing
De rechtbank beslist op tegenspraak.
Met betrekking tot de maatregelen:
Verklaart de vorderingen van moeder ontvankelijk en gegrond als volgt.
Afzonderlijke woonst
Machtigt mevrouw , met ingang van 31 december 2023, afzonderlijk te verblijven in het huis en legt de heer , namelijk echtgenoot, vanaf dan verbod op deze woning nog te betreden op straffe van uitdrijving door het ambt van de eerste daartoe gezochte gerechtsdeurwaarder, desnoods met behulp van de openbare macht.
telt de zaak in voortzetting naar de AF9 kamer op 26 maart 2024 om 9:00 uur voor ehandeling van de overige vorderingen.