#3 , 11 nov 2008 10:17
“Art.463.Diefstallen, in dit hoofdstuk niet nader omschreven, worden gestraft met gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot vijfhonderd frank...”(Sw.=Strafwetboek).
“Artikel 1. Het bedrag der strafrechtelijke geldboeten uitgesproken door de hoven en rechtbanken krachtens het Strafwetboek en de bijzondere, zelfs van na deze wet daterende wetten en reglementen, wordt met vijfenveertig decimes verhoogd, zonder dat die verhoging het juridisch karakter van die boeten wijzigt.”(5 MAART 1952. - Wet betreffende de opdécimes op de strafrechtelijke geldboeten).
(10 + vijfenveertig opdecimes)/10= x 5,5,zodat 500 frank dan wordt : (500/40,3399) x 5.5 = 68,17 euro
“Art.85.Indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn, kunnen de gevangenisstraffen, de werkstraffen en de geldboeten onderscheidenlijk tot beneden acht dagen, vijfenveertig uren en zesentwintig EUR worden verminderd, zonder dat zij lager mogen zijn dan politiestraffen...”(Sw.).
Daarbij komen de gerechtskosten,die ook de rechtsplegingsvergoeding uit K.B. 26 oktober 2007 van de burgerlijke partij kunnen omvatten.
Inzake pro deo zie 18 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand.
“Art.6.2.Een ieder,die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld volgens de wet bewezen wordt."(Europees Verdrag Rechten van de Mens 4 november 1950)->218P2;
‘Daar de door het verdrag gewaarborgde rechten concrete en werkelijke rechten en geen theoretische en denkbeeldige rechten zijn,onderstelt de naleving van het vermoeden van onschuld dat de overheid,wanneer zij het publiek op de hoogte brengt van aan de gang zijnde strafonderzoeken,dit met de nodige discretie en gereserveerdheid doet. Een zodanige schuldigverklaring dat het publiek ertoe wordt aangezet om in die schuld te geloven en dat er wordt vooruitgelopen op de beoordeling van de feiten door de bevoegde rechters,maakt een schending uit van art.6.2‘[EHRM 10 februari 1995(Allenet t. Frankrijk),J.T.dr.eur. 1995,90,Journ.proc. 1995,afl.283,21].
VOORHOOF,D., Rechtbankverslaggeving en ‘namen noemen’,AM 1998,256-258,noot onder Brussel 3 december 1997.
Indien de publicatie zou uitgaan va n de burgerlijke partij dan geldt : “Art.449.Indien er op het ogenblik van het misdrijf een wettelijk bewijs van de ten laste gelegde feiten bestaat en het blijkt dat de beklaagde de tenlastelegging heeft gedaan zonder enige reden van openbaar of van privaat belang en enkel met het oogmerk om te schaden, wordt hij, als schuldig aan kwaadwillige ruchtbaarmaking, gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en met geldboete van zesentwintig frank tot vierhonderd frank of met een van die straffen alleen.”(Strafwetboek).
‘Het Nieuwsblad’ kan dan mededader zijn.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/