Voor vader was bewindvoering noodzakelijk.
Vader is weduwnaar, ouder dan 90 jaar, heeft serieuze medische problemen en is niet meer in staat zijn administratie en betalingen zelf te doen.
Omdat de verstandhouding tussen vader en zoon niet optimaal was heeft zoon om betalingen enz.. te kunnen doen bewindvoering gevraagd via Vrederechter
Zoon stelde voor dat indien vader thuis bleef wonen de bewindvoering zou gegund worden aan een externe bewindvoerder.
Indien vader in een verzorgingsgtehuis zou opgenomen worden zou de zoon wel geneigd zijn de bewindvoering op zich te nemen.
Door onwil van het ziekenhuis waar de vader behandeld werd, is er via de rechtbank een externe dokter aangesteld voor onderzoek ivm de zelfredzaamheid van vader.
De mmse en moca testen wezen uit dat vader hulp nodig had.
Hierna werd een datum bepaald voor de zitting bij de Vrederechter. Deze werd op verzoek van de sociaal assistente in samenspraak met de rechtbank zonder reden verplaatst naar een latere datum. Zoon had hierbij geen inspraak.
Rechtbank heeft loegegeven dat ze dit eigenlijk niet hadden mogen doen.
Ik heb hierop niet gereageerd, belangrijkste was dat er een oplossing kwam betreffende de betalingen die niet konden gebeuren.
Vader en zoon waren aanwezig op de zitting. Bij binnenkomst vertelde de Vrederechter dat hij beslist had de bewindvoering te gunnen aan een advokaat.
Beslissing was reeds genomen voor begin van zitting.
Nadien werd verteld wie de bewindvoerder zou zijn.
Dit was een advokaat. Eigenaardig aan deze beslissing was dat deze man de echtgenoot is van de hoofdgriffier van het betreffende Vredegerecht.
Is dit deontologisch wel correct ?