Vervolg : volgende tekst vond ik bij :Successiehuis.be
Het gebeurt helaas dagelijks dat iemand de diagnose krijgt dat hij terminaal ziek is. Als een donderslag bij heldere hemel hoort men dan het verdict dat men nog slechts enkele maanden te leven heeft.
De vraag die wij vanuit onze praktijk stellen is te weten of in deze uiterst negatieve context alsnog een lichtpuntje kan worden gevonden om de erfbelasting te milderen voor de nabestaanden. Je partner verliezen is extreem zwaar, als je dan daarbovenop een fortuin aan belastingen moet ophoesten, is dat zeker te vermijden.
Cassatie brengt opheldering
Een arrest van Cassatie van 6 januari 2023 heeft gelukkig de weg geëffend voor een nieuwe techniek. Stel bijvoorbeeld dat een koppel gehuwd is met gemeenschap van goederen en dat alle goederen behoren tot het gemeenschappelijk vermogen. De man is terminaal ziek. Wanneer de echtgenoten niks doen zal mevrouw, eventueel samen met de kinderen, erfbelasting verschuldigd zijn op datgene wat zij erft (erven) uit de nalatenschap van de man. De erfbelasting is dan van toepassing op de helft van het gemeenschappelijk vermogen.
Maar Cassatie heeft beslist dat het echtpaar tot op het laatste moment het huwelijkscontract kan aanpassen waarbij het ganse gemeenschappelijk vermogen op naam van mevrouw wordt gezet. Dat noemen we een asymmetrische uitbreng van het gemeenschappelijk vermogen. Op die manier wordt het ganse gemeenschappelijk vermogen eigen van mevrouw en is zij geen erfbelasting meer verschuldigd. Op het ogenblik van het overlijden van haar man is het vermogen immers al haar eigendom.
Geen fiscaal misbruik dus
Tot voor kort beschouwde de fiscus (de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL)) een dergelijke uitbreng als fiscaal misbruik en claimde ze alsnog de erfbelasting die normaal zou verschuldigd zijn. Maar nu heeft Cassatie hier komaf mee gemaakt en uitdrukkelijk onderlijnd dat van misbruik géén sprake kan zijn. Artikel 2.7.1.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt dat de langstlevende partner in de regel erfbelasting betaalt op alles wat hij boven de helft uit de huwelijksgemeenschap krijgt. Maar dat is een bepaling die alleen betrekking heeft op vermogen dat overgaat bij overlijden. Hier is dat niet geval, vermits de wijziging van het huwelijkscontract bij leven gebeurt, waardoor het vermogen onmiddellijk overgaat, dus vóór het overlijden. Er is géén inbreuk gepleegd op voormeld artikel. De overheid kan zich evenmin beroepen op het algemeen anti-misbruik artikel 3.17.0.0.2 aangezien er op deze manier nergens vanuit een fiscale overweging tegen de bedoeling van een bepaald artikel is ingegaan.
Want niet fiscale motieven
In deze context willen we overigens onderlijnen dat het bij leven verschuiven van het familiaal vermogen van de huwelijksgemeenschap naar het eigen vermogen van de partner met de grootste overlevingskans nooit enkel en alleen door fiscale motieven is ingegeven. Het is immers onder genoemde omstandigheden vaak de uitdrukkelijke wens van de echtgenoten dat de langstlevende onder hen de volle eigendom in handen krijgt van het gemeenschappelijk vermogen en dus géén inspraak moet dulden van de kinderen die anders de blote eigendom zouden geërfd hebben.
Wil je samen met ons deze en andere mogelijkheden overlopen, maak dan hier je afspraak. We denken graag met je mee.
Jan Vanoverbeke
[email protected]