Beste,
ik kocht een appartement gelegen op de dakverdieping van een appartementsgebouw met zadeldak.
Dit gebouw was vroeger een herenhuis/meesterwoning en mijn appartement bevindt zich in de voormalige zolder die bewaard werd gebleven na de heropbouw in +-'60.
De schuine muren in mijn appartement = het dak. (zie plan doorsnede)
Ik zou mijn bestaand horizontaal plafond willen verwijderen zodat mijn muren/plafond volledig doorlopen tot aan de nok van het dak.
Bij het overlopen van mijn verbouwplannen met de mede-eigenaren kwam ter sprake dat ik hiermee mogelijk een zesde verdieping in gebruik zou nemen. Deze zesde verdieping zou dan niet beschreven staan in de basisakte en dus gemeenschappelijk zijn. Akkoord.
Ik denk echter dat er geen zesde verdieping is en dat de basisakte wel correct werd opgemaakt. Mijn appartement wordt namelijk beschreven als 'dakverdieping'. Volgens FOD Financiën wordt met een dakverdieping de ruimte onder een zadeldak bedoeld. Ik leid daaruit af dat het gaat over de volledige ruimte tussen de bovenste verdiepingsvloer tot aan het dak.
Gezien de VME een vergoeding vraagt voor het in gebruik nemen van een gemeenschappelijke zesde verdieping ben ik gaan informeren bij het notariskantoor dat de akte heeft overgenomen van de notaris die de akte in de '60 heeft opgemaakt. Daar werd niet meer gezegd dan dat de akte waarschijnlijk correct werd opgemaakt en dat de syndicus dit moet opklaren. Die syndicus kaatst de bal terug naar mij om te 'bewijzen' dat die ruimte van mij is. Ik kan dit niet bewijzen als de basisakte, dat volgens mij het enige mogelijke bewijs is, door de verschillende partijen anders geïnterpreteerd wordt.
Het gaat over de in het geel gearceerde ruimte op het plan in bijlage. Is dit een deel van de dakverdieping van het gebouw of is dit een 6de verdieping?
Hieronder de relevante info uit de basisakte
1) Dat zij allen te zamen eigenaars zijn van: Een appartementsgebouw met hof samengesteld uit: Ondergrond, gelijkvloers en vijf verdiepingen, staande en gelegen te (adres), opgericht op een grond ten kadaster bekend of bekend geweest (sectie + nummer) voor een grootte van vierhonderd drie-ennegentig vierkante meter.
2) Dat dit appartementsgebouw opgericht werd in het jaar negentiehonderd zestig, na en door grondige verbouwing van een voormalige mesterwoning hebbende zich op vooschreven grond bevonden.
Ten einde de horizontale verdeling van het gebouw te kunnen verwezelijken hebben de komparanten gebruik gemaakt van de plannen. Een eksemplaar van het algemeen plan van het gebouw door voornoemde architekt opgemaakt zal, na door de kompararanten en Ons, Notaris, te zijn getekend, aan onderhavige akte gehecht blijven en met deze ter registratie aangeboden worden.
Dit algemeen plan bevat:
a) plan van de voorgevel
b) plan van de achtergevel
c) plan van de doorsnede van het gebouw
d) plan van de doorsnede aanzicht bergplaats
e) plan van de kelders
f) plan van het gelijkvloers
g) plan van de eerste verdieping
h) plan van de tweede, derde en vierde verdieping
i) plan van de dakverdieping
j) liggingsplan
Beschrijving van het goed.
Zoals hierboven reeds gezegd en op bijgevoegd algemeen plan is aangeduid is het appartementsgebouw, voorwerp van ondehavige akte, samengesteld, benevens de hof, uit: de keldering, het gelijkvloers en vijf verdiepingen, onderscheidenlijk bevattende:
3) De vijfde of dakverdieping:
a) gemene delen: lift en trapzaal
b) privatieve delen: het dakappartement samengesteld uit: inkom en doorgangen, living-eetkamer, twee kamers, badkamer en keuken en, aan de achterzijde, plat dak terras.
4) Het dak: boven de vijfde verdieping bevat alleen gemene delen namelijk het dak zelf en de televisie-antenne.
Verdeling van de aandelen in de gemene delen.
De privatieve gedeelten bevatten in mede-eigendom en gedwongen onverdeeldheid de hierna aangeduide kwotiteiten in de gemeenschappelijke gedeelten:
a) het appartement van het gelijkvloers
b) het appartement van de eerste verdieping
c) de zes appartementen van de tweede, derde en vierde verdieping
d) de dakverdieping
totaal: duizend:duizendsten
De kelders worden toegewezen als volgt:
1) aan het appartement van het gelijksvloers:
2) aan het appartement van de eerste verdieping:
3) aan elk van de appartementen A en B van de tweede, derde en vierde verdieping:
4) aan de dakverdieping: