#1 , 01 mei 2023 21:07
Op 13/6/2022 werd er door de rechtbank Eerste Aanleg te Antwerpen, afdeling Mechelen, correctionele zaken de beschuldigde vrijspreekt ingevolge "twijfel". Wij gaan in beroep en nu zegt onze advocaat dat het parket niet mee in beroep gegaan is, waardoor het bestreden vonnis op strafgebied (vrijspraak) vast staat. Ik ben van mijn 7 tot mijn 20ste misbruikt, mishandeld, getiranisseerd enz..... door mijn vader. Zelfs zo erg dat ik probeerde zelfmoord te plegen. Hij dreeg er steeds mee mij en mijn zus te onterven als we hem zouden aangeven bij de politie en dat hij nadien om revanche zou komen. Toen ik bijna 21 jaar werd, kon ik niet meer. Ik werd een maand opgenomen in het ziekenhuis en toen heb ik hem aangegeven bij de BOB. Mijn vader en moeder zeiden dat er nooit iets gebeurd was. Ik en mijn zus zeiden dat wij jaren verkracht en mishandeld werden door onze vader. De BOB politie zei "wie moeten wij nu geloven". Gelukkig hadden wij iets, wat alleen voort ging door sexueel contact. Mijn vader had het, mijn moeder, mijn zus en ikzelf. Gelukkig...... anders had ik geen bewijs en diende ik terug naar huis te gaan en zou ik op het kerkhof beëindigen. Hij had al eens drie honden gewoon doodgeschoten, put gegraven, honden er in en putje toe. Als hij het warm voelde worden op het einde van zijn vrijheid belde hij mijn zus, die ondertussen gevlucht was naar haar vriend en zijn ouders. Mijn vader beloofde haar heel veel geld als ze zou zeggen dat ik zot geworden was van op onze dode buur uit te komen, die dood op zijn bed lag (was mijn moeder haar oom). In oktober 2008 hing hij met een mes achter mijn moeder aan en hij zei als je niet maakt dat je buiten bent, steek ik dat mes in uw buik. Zonder iets diende ze te vluchten en werd opgevangen in een vluchthuis. De buurvrouw die naast ons woonde werd zijn bewindvoerder en kende de situatie en dat hij zijn kinderen wou onterven. In 2014 ging hij naar een rusthuis. Doch, ze lieten zijn adres op de woning staan, zodat de bewindvoerder daar binnen en buiten kon lopen naar believen en ons moeder, mede-eigenaar van de woning er NIET binnen mocht omwille van de wet op de privacy. De vereffening-verdeling was nog steeds niet gebeurd omdat wij de verkoop van de twee huizen wouden tegenhouden, zodat de bewindvoerder niet met deze gelden zou kunnen gaan lopen. We zeiden dat ons moeder alles zou kopen met preferentiële toewijzing. Zo konden we de verkoop van de huizen tegen houden. Doch, de inboedel werd door de bewindvoerder verkocht en zij ontving hiervoor steeds cash geld. De inboedel of meerdere traktors en traktorbenodigdheden en een hele partij werkmaterialen zoals lasposten, schuurmachines, zaagmachines, draaibank..... Ze ging bij het OCMW geld vragen, dat zijn kinderen voor hem dienden onderhoudsgeld te betalen, omdat ze zijn rusthuisfakturen niet betaald kregen. Als wij tegen maatschappelijk assistent OCMW zeiden dat ze inkomsten van gans de verkoop van de inboedel verzwegen, kon dat niet helpen. Gelukkig kregen we vrijstelling tot het betalen van zijn rusthuisfakturen omwille van billijkheidsredenen. Doch, als hij op 1/5/2017 overleed kregen we toch de rekening van het OCMW gepresenteerd van 11.000 EUR en ook nog eens 29.000 euro van zijn advocaat die aan hem niks of niks gerekend had. Hij overleed op 1/5/2017 en in januari 2017 heeft zijn bewindvoerder op het vredegerecht laten tenietdoen dat zij nog bewindvoerder zou zijn. Als bewindvoerder diende ze een jaarverslag in te brengen voor de jaarrekening en ook hier verzweeg ze alle inkomsten (cash) van gans de verkoop van de inboedel, geschat door de notaris vereffening-verdeling op 75000€ te weten dat dit belachelijk lage prijzen zijn een inventaris voor vereffening-verdeling echtscheiding. In april 2017 verwittigden wij het rusthuis dat wij gehoord hadden dat zijn gezondheid fel achteruit ging en dat ze ons dienden te verwittigen wanneer hij zou overlijden en niet de afgetrede bewindvoerder. Doch op 1/5/2017 overleed hij en de afgetrede bewindvoerder werd verwittigd en zij ging in het rusthuis zijn portefeuille stelen en twee hele dikke boeken met oude munten. De portefeuille maakte ze leeg op enkele euro's na en dan deed ze de portefeuille naar zijn advocaat. Welk rusthuis laat een niet-bewindvoerder, geen erfgenaam, geen famillielid na zijn dood op zijn kamer om dan portefeuille mee te nemen, zonder de inhoud hiervan na te kijken en twee dikke boeken met oude munten. Haar verweer was dat de kamer binnen de 5 dagen diende leeggemaakt te worden. Daar zouden de erfgenamen toch voor zorgen. Bovendien liet ze dan wel 12 zakken op zijn bed achter met kleren. De rechtbank spreekt haar vrij ingevolge twijfel en nu gaat het parket niet mee in beroep waardoor het vonnis op strafgebied (vrijspraak vast staat). Krijgen wij dan niet eens de kans om in beroep te gaan? Is het al niet erg genoeg wat wij meegemaakt hebben. In wat voor een land leven wij toch??????