De wettekst is in feite wel helder:
"Gemotoriseerde voortbewegingstoestellen moeten uitgerust zijn met voldoende doelmatige remmen".
Men zegt inderdaad niet dat het er minstens twee moeten zijn. Maar het is ook niet het woord "remmen" dat de hoevellheid bepaalt.
"voldoende doelmatige remmen". Het is het woord "voldoende doelmatige" dat belangrijk is: "voldoende" refereert naar het woor remmen (en niet naar doelmatig, want dan zou er moeten staan 'voldoend doelmatige remmen) voor een voertuig met 4 wielen zijn er 3 remmen nodig (vergeet de handrem niet!) voor een tweewieler zijn het er inderdaad 2 (fietsen; motoren, tweewielers etc) Maar een monowheel moet er maar 1 hebben, omdat met 1 rem het voortbewegend onderdeel (1 wiel) voldoende doelmatige remmen heeft. (je kan maar 1 wiel afremmen)
Een gemotoriseerd voertuig moet aldus voldoende doelmatige remmen bezitten om de aangedreven wielen te kunnen stoppen. Als bij een step het aangedreven wiel niet te stoppen is met 1 rem, moeten het er dus 2 zijn (denk ik