De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, het toezicht, de opvoeding en de opleiding van hun kinderen.
In overeenkomsten of uitspraken door de rechtbank met betrekking tot de kinderen, wordt vaak bepaald dat de buitengewone kosten voor de kinderen door elk van de partijen bij helften zal gedragen worden. Vaak worden deze kosten gespecificeerd.
Het gebeurt evenwel vaker dat deze kosten in niet worden gespecificeerd. De vraag stelt zich dan wat als buitengewone kost dient beschouwd te worden.
In een arrest van het hof van beroep te Gent van 28 september 2006, (RABG 2007/11 pagina 753) worden deze kosten gedefinieerd als volgt:
buitengewone medische kosten omvatten:
- medische uitgaven naar aanleiding van hospitalisatie
- thuisverpleging
- orthodontie
- kosten van gespecialiseerde medische of tandheelkundige onderzoeken, zoals radiologie, scanner, echografie
- opleg van minstens 10 beurten kinesitherapie,
- logopedie,
- bril of lenzen
- steunzolen, steeds op doktersvoorschrift en na verrekening met de tussenkomst van de hospitalisatie verzekeraar
buitengewone schoolkosten omvatten:
- de schooluitgaven met betrekking tot meerdaagse schoolreizen in lager middelbaar en hoger onderwijs,
- inschrijvingsgeld,
- studieboeken en studiemateriaal in het middelbaar en hoger onderwijs;
- de huur van een studentenkamer in het hoger onderwijs, na verrekening met het bedrag van een eventuele studiebeurs
naschoolse kosten omvatten:
- taalcursussen en taallabo
- lid en inschrijvingsgeld van de balletschool, sportclubs, dans-, sport- en taalkampen of stages
- specifieke ballet- of sportkledij, muziek cursussen, muziekkampen en stages, huur of aankoop van muziekinstrumenten, sport materiaal, cursussen en boeken