#4 , 25 mar 2022 15:17
Beste,
In principe is de schadeveroorzaker niet alleen het bedrag van de vervangingswaarde of van de herstellingsprijs zelf verschuldigd, maar tevens het bedrag van de B.T.W. daarop.
Dit recht op het B.T.W.-bedrag bestaat in alle gevallen; dus ook indien de schadelijder na het ongeval zijn voertuig niet laat herstellen noch vervangt door een ander voertuig, ofwel het vervangt door een tweedehands voertuig (waarop slechts de BTW over de “marge”, dus de winst, verschuldigd is). De verzekeringsmaatschappij mag derhalve niet aan u vragen dat u de herstellingsfactuur moet toesturen of dat u de aankoop van een vervangende wagen moet bewijzen.
Dit werd wettelijk vastgelegd. Art. 147 Verzekeringswet (vroeger art. 83 van de wet van 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst, afgekort “W.L.O.”) luidt: “ De benadeelde beschikt vrij over de door de verzekeraar verschuldigde schadevergoeding. Het bedrag van de schadevergoeding mag niet verschillen naar gelang van het gebruik dat de benadeelde ervan zal maken”.
Soms proberen verzekeringsmaatschappijen enkel de begrote schade zonder de BTW te betalen aan schadelijders. Het volstaat om uw maatschappij er op te wijzen dat u recht heeft op het volledig bedrag inclusief de BTW (voor zover de BTW voor u geen aftrekbare post is).
Let wel: als het gaat om een "eigen schade" of omniumverzekering, dan mag het contract bepalen dat de btw alleen vergoed wordt als je inderdaad tot herstelling bent overgegaan en op vertoon van de herstellingsfactuur. Lees er je polis op na of doe navraag bij je verzekeraar.