#2 , 23 nov 2021 15:37
Quote : " Volgens gemeentebestuur kunnen zij niet tegen de vaststelling van de politie ingaan, en word er mij aangeraden om na ontvangst schrapping mij binnen de 30 dagen te wenden tot Binnenlandse zaken of een nieuwe aanvraag adreswijziging op hetzelfde adres aan te vragen. Dit is momenteel nog niet mogelijk omdat ik er voorlopig nog niet geschrapt ben. "
U kunt tegen deze beslissing in beroep gaan ( naar aanleiding van dit : " Dit wordt me schriftelijk meegedeeld door desbetreffende gemeentebestuur." - controle wijkagent die " vaststelt " dat u niet op uw domicilie verblijft )
FOD Binnenlandse Zaken
Park Atrium
Kolonienstraat 11
1000 Brussel
zie wetgeving terzake :
19 JULI 1991. - [Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten]
Art. 8.§ 1. [1 In geval van betwisting betreffende de plaats van de huidige hoofdverblijfplaats bepaalt de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, deze plaats na, indien nodig, een onderzoek ter plaatse te hebben laten uitvoeren.
De minister wordt binnen de dertig kalenderdagen volgend op de kennisgeving van de betwiste beslissing betreffende de huidige hoofdverblijfplaats gevat door middel van een schrijven of van een elektronisch verzonden schrijven.
In het verzoekschrift worden de volgende gegevens vermeld:
- de naam, de voornaam, het adres van inschrijving in de bevolkingsregisters, de geboortedatum en eventueel het Rijksregisternummer van de persoon of personen van wie de huidige hoofdverblijfplaats wordt betwist;
- een duidelijke beschrijving van de redenen waarom de tussenkomst van de minister wordt gevraagd;
- een duidelijke beschrijving van het persoonlijke belang van de persoon in het geval dat de tussenkomst van de minister wordt gevraagd door een andere persoon dan diegene van wie de huidige hoofdverblijfplaats wordt betwist.
Het verzoekschrift moet worden gedagtekend en ondertekend op straffe van onontvankelijkheid.
De beschikbare relevante stukken worden bij het verzoekschrift gevoegd.
De minister kan de bevoegdheden die hem door het eerste lid worden toegekend, delegeren aan de leidinggevende ambtenaar van de Dienst Bevolking of aan zijn gemachtigde.
Indien de plaats waar hij woont bekend is, worden de persoon van wie de inschrijving in de bevolkingsregisters moet worden geregulariseerd en desgevallend zijn wettelijke vertegenwoordiger, alsook de betrokken gemeente of gemeenten hiervan op de hoogte gebracht bij een aangetekende zending, om hen de mogelijkheid te bieden om binnen de vijftien dagen na deze kennisgeving hun eventuele opmerkingen of verweermiddelen te laten gelden. Deze personen en de vertegenwoordiger van de betrokken gemeente of gemeenten worden, op hun vraag, gehoord door de minister of, indien deze van zijn delegatierecht gebruik gemaakt heeft, door de gemachtigde ambtenaar om de beslissing te nemen.
Wanneer deze termijn verstreken is, neemt de minister of zijn gemachtigde zijn beslissing.
Indien uit dit onderzoek blijkt dat de betrokken persoon zijn laatst bekende adres verlaten heeft zonder dit te hebben aangegeven en dat de plaats waar hij zich gevestigd heeft, niet ontdekt kan worden, wordt overgegaan tot zijn ambtshalve schrapping uit de bevolkingsregisters.]1
§ 2. De behoorlijk met redenen omklede beslissing van de Minister of zijn gemachtigde wordt bij een ter post aangetekende brief betekend aan de betrokken gemeentebesturen. Deze doen ambtshalve de inschrijvingen en afvoeringen die hun worden opgelegd zodra de beslissing hun bekend is. Zij geven onverwijld, bij een ter post aangetekende brief, aan de betrokken personen, aan de Minister of zijn gemachtigde, kennis van de uitvoering van de beslissing. De gemeente die de inschrijving verricht, laat in voorkomend geval de (identiteitskaart, de vreemdelingenkaart of het verblijfsdocument) vervangen of wijzigen van de betrokken persoon, die daartoe wordt verzocht zich bij de bevolkingsdienst van de gemeente aan te melden. <W 2007-05-15/42, art. 15, 013; Inwerkingtreding : 18-06-2007>
§ 3. Na twee opeenvolgende, uit de briefwisseling blijkende waarschuwingen kan de minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort één of meer commissarissen gelasten zich ter plaatse te begeven op kosten van de gemeenteoverheden die verzuimd hebben aan de waarschuwingen gevolg te geven, ten einde de maatregelen te treffen die nodig zijn voor de uitvoering van de beslissingen aangaande het bepalen van het hoofdverblijf.
De invordering van de kosten geschiedt, zoals inzake directe belastingen, nadat de Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort, het bevelschrift uitvoerbaar heeft verklaard.
[1 § 4. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, komt echter niet tussen in geval van betwisting naar aanleiding van de weigering van een gemeente om een referentieadres aan een persoon toe te kennen.]1
Wat een wet interessant maakt ,
is wat er in die wet , niet in staat .