2015 persoon A komt in relatie met persoon B dewelke bij persoon B in woont ( met 100% eigenaar wel, met WK )
persoon A komt uit scheiding en heeft financiële buffer uit verkoop uit 2 woningen uit vereffending en verdeling van C.( scheiding)
Persoon B werkt en heeft eveneens een paar eigendommen dewelke deze verhuurt.
in 2016 start A een zelfstandige activiteit in woning B. Aaangezien de woning is van B weigert A hievoor "huur" te betalen want tenslotte liefdes-partner.
wel draagt A iets meer bij in de algemene kosten gelinkt aan de zaak.A en B krijgen een kind D.
in 2016 is er eveneens een wettelijke samenwoning.
in 2017 heeft A een ernstig ongeval waardoor A haar activiteit tijdelijk niet kan uitvoeren (ziekenhuis) , persoon B springt in maar wordt door zijn huidige werkgever afgedankt met opzegvergoeding)
in 2018 kopen A en B een gezamenlijke bouwgrond om de zaak groter en gemeenschappelijk te maken. maar blijven nog steeds in woning van B wonen.
mid 2018 heeft B wat tegenslag (effe werkloos en een huurder die niet betaalt), vredegerecht, raadsman, deurwaarder, uithuisdrijving: lees geen goedkope grap. De wet van Murphy slaat toe. In 2019 Een dochter van B heeft een zwaar accident en moet bijna één jaar revalideren. kortom spanningen alom en en in 2019 kan persoon B zijn verplichtingen niet nakomen mbt de bouwgrond. De andere woonkredieten kan persoon B wel netjes nakomen. Dus persoon A betaalt de gezamenlijke bouwgrond alleen af. Een rolstoepatiënt (mijn dochter F) deed de relatie niet beteren, daarnaast stak B veel tijd in revalidatie met dochter F (3x/week), werk, enz. Kortom persoon A trekt er uit en vertrekt met leeg huis en dochter D. Persoon B vindt dat niet tof en stopt de wettelijke bewoning en schakelt politie,, CAW enz in. Enkel raadsman helpt om dochter C terug bij persoon A terug te halen.
Aangezien A haar activiteit in woning B had stopgezet en geen inkomsten had stond B niet alleen voor zijn eigen WK in maar ook voor de gezamenlijke. Soms heb je ook geluk. Een aannemer wordt in het ongelijk gesteld en ik krijg een vergoeding en een gedeeltelijke huurvergoeding terug (via afbetaalplan) waardoor ik sinds januari 2020 tot op heden de gezamenlijke bouwgrond op mij neem.
aankoopbedrag 174 k + kosten 26 k (200 k)
geschat bedrag 180 k bouwgrond
WK 150 samen
eigen inbreng 2 x 25 k
uitstaand kapitaal123 k
inboedel = laten we zeggen verdeeld
gezamenlijke auto (50/50 op factuur en betaald), geschat op vertrek op 16.500 € is persoon A mee weg (schatting dateert 3 dagen voor vertrek).
Wat kan ik verwachten?
wat lijkt fair en redelijk?
Ik had als geste gedaan 20 k om alles te vereffenen,
16 wettelijke samenwoning
2018 aankoop gezamenlijke