#10 , 09 nov 2009 09:14
“Hoewel de rechtsspreuk 'onderhoudsgeld kent geen achterstallen' geen rechtsregel met algemene toedracht van het positief recht uitmaakt,dient uit de art.205 tot 211 te worden afgeleid dat de onderhoudsgelden in principe slechts verschuldigd worden wanneer zij door de schuldeiser aangevraagd worden. De in de art.203 en 303 vermelde verbintenissen ten behoeve van de kinderen bestaan echter afgezien van elke vordering die ingesteld wordt ten einde de uitvoering ervan te krijgen“(Cass. 2 juni 1978,Pas. 1978,I,1142,Arr.Cass. 1978,1173,R.W. 1978-79,904).
De onderhoudsverplichting ten aanzien van de kinderen heeft m.a.w. terugwerkende kracht.
“Art.319.Wanneer het vaderschap niet vaststaat krachtens de artikelen 315(=huwelijk)...kan de vader het kind erkennen onder de bij artikel 329bis bepaalde voorwaarden.Art.329bis...§ 2. Indien het kind minderjarig en niet ontvoogd is, is de erkenning alleen ontvankelijk mits de ouder ten aanzien van wie de afstamming vaststaat...vooraf daarin toestemt.”(B.W.=Burgerlijk Wetboek).
“Art.322.Wanneer het vaderschap niet vaststaat krachtens de artikelen 315...noch op grond van een erkenning, kan het bij vonnis worden vastgesteld onder de bij artikel 332quinquies bepaalde voorwaarden...Art.324...Bij gebreke van bezit van staat wordt de afstamming van vaderszijde door alle wettelijke middelen bewezen(inbegrepen DNA-onderzoek).Behalve wanneer er twijfel over bestaat, wordt het vaderschap vermoed wanneer is komen vast te staan dat de verweerder gedurende het wettelijk tijdperk van de verwekking gemeenschap heeft gehad met de moeder.”(B.W.).
De vermoedelijke vader kan DNA-onderzoek weigeren,maar : BRIJS,S.,DNA-onderzoek in afstammingsgeschillen:wie weigert,heeft (meestal) ongelijk(R.Cass. 1999,175-198,noot onder Cass. ARC960182N,ARC970294N,17 december 1998).
“Art.336.Het kind wiens afstamming van vaderszijde niet vaststaat, kan van degene die gedurende het wettelijk tijdvak van de verwekking met zijn moeder gemeenschap heeft gehad, een uitkering tot levensonderhoud, opvoeding en passende opleiding vorderen...”(B.W.).
“Art.1017.Tenzij...verwijst ieder eindvonnis, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de kosten...”(Gerechtelijk Wetboek).De meest gerede partij moet ze echter voorschieten,zo niet ligt de procedure stil(=geen DNA-onderzoek).
Indien de vader het kind erkent of indien het vaderschap vastgesteld wordt heeft de vader dezelfde ouderlijke rechten en plichten als de moeder.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/