Wie wélke verantwoordelijkheid draagt, wordt voor Vlaanderen geregeld in artikel 45bis
https://wegcode.be/wetteksten/secties/k ... art45bisvg
Artikel 45bis. Lading van de voertuigen: specifieke voorschriften (enkel Vlaams Gewest)
§ 2. De bestuurder van een voertuig mag zijn voertuig niet gebruiken als het ladingzekeringssysteem van de in of op het voertuig vervoerde lading niet in overeenstemming is met de voorwaarden, vermeld in paragraaf 4.
De bestuurder van een voertuig moet:
1° een visuele controle uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat de achterste laaddeuren, de inklapbare laadklep, de deuren, de dekzeilen, het reservewiel en de andere uitrustingen die te maken hebben met het gebruik van het voertuig, zijn vastgezet;
2° zich ervan vergewissen dat de lading geen hinder vormt voor het veilig besturen van het voertuig;
3° zich ervan vergewissen dat het zwaartepunt van de lading zoveel mogelijk gecentreerd wordt op het voertuig.
§ 3. In deze paragraaf wordt verstaan onder laadeenheid: een hoeveelheid goederen die zodanig is gebundeld of op een andere wijze bijeen is gebracht dat de behandeling, de stapeling en de opslag als één verpakkingseenheid kan plaatsvinden.
Als de primaire verpakking of laadeenheid van een goed beschadigd is of niet voldoende stevig is voor een veilig transport van de goederen, moet de verpakker en/of verlader de goederen bijkomend omhullen met een transportverpakking die onbeschadigd en stevig genoeg is om een afdoende ladingzekering mogelijk te maken.
De verlader bezorgt de vervoerder waarop hij een beroep doet vooraf schriftelijk alle informatie die de vervoerder nodig acht om de goederen te stouwen Die informatie bestaat minstens uit:
1° de aard van de laadeenheid;
2° de massa van de lading en elke laadeenheid;
3° de positie van het zwaartepunt van elke laadeenheid als die niet in het midden ligt;
4° de buitenafmetingen van elke laadeenheid;
5° de beperkingen voor het stapelen en de richting die tijdens het vervoer moet worden toegepast;
6° de wrijvingsfactor van de goederen, als die niet is opgenomen in bijlage B van EN 12195:2010 of in de bijlage van de normen IMO/UNECE/ILO;
7° alle aanvullende informatie die vereist is voor de juiste zekering.
Als de verlader de vervoerder de opdracht geeft om containers of wissellaadbakken te vervoeren, verstrekt de verlader aan de vervoerder een verklaring waarin het gewicht van de vervoerde containers of wissellaadbakken wordt vermeld.
De vervoerder verschaft toegang tot alle ter zake doende documentatie van de verlader aan de bevoegde personen in het kader van een controle.
Tenzij op voorhand en schriftelijk anders wordt overeengekomen moet aan al de volgende voorwaarden voldaan zijn:
1° de vervoerder voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) hij voorziet een voertuig dat geschikt is voor de lading waarvoor hij is gecontracteerd;
b) hij biedt op de plaats van laden een voertuig aan dat schoon en zonder structurele schade is;
c) hij staat in voor het bevestigen van de container op het chassis;
d) hij zekert de lading conform dit artikel;
2° de verpakker voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) hij beschrijft de goederen. Die beschrijving bevat minstens de informatie, vermeld in het derde lid;
b) als de kans bestaat dat de goederen beschadigd worden door spanbanden, beschrijft hij een alternatieve methode voor het zekeren van de goederen. Als die alternatieve methode specifieke eisen stelt aan het gebruikte voertuig, worden die vermeld;
3° de verlader voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) hij staat in voor de verdeling van de lading over de laadvloer;
b) hij respecteert de maximale toelaatbare massa en de aslasten van het voertuig;
c) hij verstrekt de informatie, vermeld in het derde en vierde lid;
d) hij maakt een correcte zekering mogelijk;
4° de verzender voorziet in alle nodige documenten, met daarin minstens:
a) een correcte beschrijving van de goederen;
b) de massa van de totale lading;
c) alle informatie die nodig is voor de juiste verpakking;
d) de kennisgeving aan de verpakker en/of vervoerder van ongewone transportparameters bij individuele verpakkingen.
In veel gevallen, wordt het de chauffeur onmogelijk gemaakt om integraal toezicht te kunnen houden op het veilig en correct laden van de goederen.
(oa omwille van Corona-maatregelen, veiligheidsvoorschriften ea).
Maar vergis je echter niet :
Nadien is de chauffeur wél zowat integraal verantwoordelijk voor de goederen die hij vervoert.
- zijn de aantallen wel in overeenstemming met wat op de CMR vermeld wordt ?
- is de primaire verpakking wel OK ?
- zijn er nergens verpakkingen beschadigd voordat ze geladen worden ?
Nog te weinig chauffeurs zijn zich hiervan terdege bewust,
Nog teveel chauffeurs dekken zich onvoldoende in, via rubriek 9 op hun CMR
("voorbehoud chauffeur").
of worden in deze 2 zaken gaandeweg nonchalanter in omdat ze nog niet met noemenswaardige problemen geconfronteerd geweest zijn.
Tot ze een stevig de lamp lopen bij een wegcontrole, of tot het een keer stevig mis gaat.
Vooral is hier de vraag :
hebben verzender, verpakker, en verlader integraal en correct gedaan waartoe ze wettelijk verplicht zijn ?
Indien neen : wat kan uw vader dienaangaande concreet bewijzen ?
En kon uw vader zulks redelijkerwijs geweten hebben of niet toen hij vertrok op het laadadres ?
Probleem opgelost - JurecaBE - moderator