#2 , 03 dec 2005 16:54
Beste,
De diefstal van de scooter maakt voor de dief evident een strafrechtelijk misdrijf uit, waarvoor hij overeenkomstig de artikelen 461, eerste lid en 463 van het Strafwetboek gestraft kan worden. Die artikelen bepalen immers: "Hij die een zaak die hem niet toebehoort, bedrieglijk wegneemt, is schuldig aan diefstal" en "Diefstallen, in dit hoofdstuk niet nader omschreven, worden gestraft met gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot vijfhonderd frank". Vermenigvuldigd met de opdeciemen (momenteel 5,5) komen de boetes in werkelijkheid neer op 143 tot 2.750 euro. Natuurlijk kan de rechter verzachtende omstandigheden in acht nemen. Het is ook mogelijk dat het Openbaar Ministerie de zaak seponeert. Of er een procedure voor de strafgerechten zal komen, is dus lang niet zeker. De vriend van Uw zus kan strafrechtelijk niet aangesproken worden, tenzij hij meegewerkt heeft bij het plegen van het misdrijf. In dat geval kan hij immers als mededader of medeplichtige beschouwd worden (artikelen 66 en 67 van het Strafwetboek).
Als we die hypothese buiten beschouwing laten, dan staat de burgerrechtelijke weg wel degelijk open. M.i. kunt U zich niet beroepen op de bepalingen inzake bruikleen omdat er geen contract is. Evenwel bepaalt artikel 1383 van het Burgerlijk Wetboek het volgende: "Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt". U kunt hem op die grond aanspreken. Bij voorkeur schrijft U hem eerst een aangetekende brief waarin U hem vraagt de waarde van de bromfiets te vergoeden. Als hij daarop niet reageert, kunt U verdere stappen ondernemen en eventueel een procedure inleiden.
Beste groeten, Bjorn.
[b]"[i]Cedant arma togae, concedat laurea linguae[/i]", Marcus Tullius CICERO, De Officiis 1, 22, 77.
"[i]Inter utrumque tene[/i]", Publius Ovidius NASO, Metamorphoses 2, 140.[/b]