Ik ken een persoon die in de maand mei wil huwen met een uit de Filipijnen afkomstige ex-collega van hem.
Ze kennen elkaar al enkele jaren.
In haar land kan je niet scheiden, in ons land kan ze dat wel; Maar ginds blijft ze gehuwd voor het leven.
Ze verblijft in België met een werkvisum, maar dat verloopt straks.
Nu, door een fout van hun advocaat die de verkeerde rechtbank aanschreef moest de zaak opnieuw voorkomen bij een andere rechtbank, waardoor de hele procedure vertraging oploopt.
Hierdoor kunnen ze nog niet huwen, dat kan pas na de echte scheiding die in april een feit zal zijn.
Haar ex is een persoon die ze zo lang ze haar kind heeft nooit meer heeft gezien.
Hij zou nu werkzaam zijn ergens in het midden oosten maar niemand weet waar hij is.
Op de eerdere zitting heeft hij ook zijn kat gestuurd, dus daar was de uitspraak bij verstek.
Details van hoe en wat allemaal ken ik niet.
Een advies dat een advocaat soms geeft is om haar domicilieadres voor enkele weken te veranderen terwijl ze zich verstopt, omdat een uitwijzingsbevel onvermijdelijk wordt door de blunder die hun advocaat geslagen heeft.
Dit advies laat mij denken dat het wel meer op deze manier verloopt.
Nu is de vraag, wat houdt dit in voor de persoon die hen in huis neemt.
Schulden zijn er niet. Een openstaande rekening bij een aannemer die ook fouten heeft gemaakt, en zijn opdracht is ook nog niet voltooid. Het budget is voorzien, en kan door de man betaald worden.
Er is ook het geval van onbewoonbare woning waardoor ze moeten verhuizen. Voorzien in de Vlaamse wetgeving.
de overdrukbuis van de septische put, die nu door wegnemen van een muurtje binnenin in de woning zit is niet door de muur naar buiten gebracht. het stinkt er verschrikkelijk.
Zelfs in Zuidfrika is dit ontoelaatbaar.
Ook heeft zijn aanstaande nu in 1 jaar tijd 2 miskramen gehad.
We weten niet of het veilig is daar te blijven wonen.
Maar hij wil er niet een geval van maken waar stedenbouw bij te pas komt wegens een bouwovertreding, en omdat bij onbewoonbaar verklaring er serieuze gevolgen kunnen zijn voor hun renovatiewerken.
Kortom, het gezin dat hen opvangt, zonder opgave van reden word een nieuw gezin, en de belastingdienst kan dan de lasten verhogen voor het gezin dat hun opvangt.
Daar zit nu het probleem.
Bij de andere optie van onbewoonbaar of onveilige woonst, of medische zaken die nog onderzocht moeten worden
wonen er 2 totaal gescheiden gezinnen op hetzelfde adres met hetzelfde nummer.
Wat zijn hier in dit verhaal de beste opties?
Terug uitzetten naar de Filipijnen is geen optie.
De dame woont in ontucht, pleegt overspel en gaat ginds voor jaren de gevangenis in.
Vlaanderen: tijdelijke opvang.
Voormelde principes gelden ook niet in het geval van ‘tijdelijke opvang’, zoals dit wordt omschreven in artikel 5, §1, van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
In voorkomend geval worden de bewoners van de ondergeschikte wooneenheid steeds als een afzonderlijk gezin beschouwd, terwijl deze worden ingeschreven onder hetzelfde huisnummer als de bewoners van de hoofdwooneenheid (wooncode (LOG.) 05 in het I-T-140).
Artikel 34 legt de hiernavolgende voorwaarden op:
in een bestaande woning wordt één ondergeschikte wooneenheid gecreëerd;
de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid;
de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt maximaal één derde uit van het bouwvolume van de volledige woning;
de creatie van de ondergeschikte wooneenheid gebeurt met het oog op het huisvesten van:
hetzij asielzoekers en vluchtelingen die op grond van artikel 6, §-1, vierde lid, en artikel 8, §-1, van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, de opvang van Fedasil moeten verlaten;
hetzij burgers wiens woning onbewoonbaar is geworden door onvoorziene omstandigheden;
de huisvesting is tijdelijk voor een totale duur van maximaal drie jaar per goed;
de eigendom, of ten minste de blote eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen.