Klik hier voor de volledige publicatie van het RIZIV ivm de SIS-kaart
Toepassingsgebied
Het voormelde koninklijk besluit van 18 december 1996 (artikel 3) heeft voorzien in een SIS-kaart voor alle sociaal verzekerden die onderworpen zijn aan de sociale zekerheid, ongeacht hun leeftijd, hun statuut (persoon ten laste of gerechtigde binnen de verzekering voor geneeskundige verzorging) en de sector waarbinnen ze actief zijn (loontrekkenden, zelfstandigen, ambtenaren of gerechtigden op een vervangingsinkomen). Ze moeten aangesloten of ingeschreven zijn bij een ziekenfonds.
Enkele uitzonderingen :
...
de personeelsleden (en hun personen ten laste) van de Europese
Gemeenschappen (Belgen of buitenlanders die in Belgi? verblijven) die een specifieke en homogene sociale zekerheid genieten.
Indien zij kinderen ten laste hebben, dan hebben die kinderen ook geen SIS-kaart, want afhankelijk van de buitenlandse of andere SZ-kas van hun ouder(s). Deze kinderen mogen wel op de bus zonder SIS-kaart.
Persoonlijk gebruik van de SIS-kaart
De sociaal verzekerde moet altijd in het bezit van zijn SIS-kaart zijn en ze in bepaalde situaties kunnen voorleggen.
Attest van sociaal verzekerde
a. Uitreiking
Een pasgeborene, bijvoorbeeld, zal weliswaar niet meteen over een SIS-kaart beschikken. Dit geldt eveneens voor een vreemdeling die op de Belgische arbeidsmarkt komt of in geval van aangifte van verlies, diefstal of beschadiging van de SIS-kaart.
In die gevallen moet rekening worden gehouden met de tijd die de gemeenten nodig hebben om de wettelijke gegevens in het Rijksregister te registreren en om te zorgen voor een SIS-kaart en deze op te sturen.
De V.I. bezorgt de sociaal verzekerde dan een attest ter identificatie van de sociaal verzekerde.
Dit attest vormt eveneens een tijdelijke oplossing wanneer een koppel scheidt en de ouders, gedurende een bepaalde periode, weigeren de SIS-kaart van hun kind of kinderen door te geven.
Indertijd kon je op de site van CM in de rubriek Vragen en Antwoorden dit laatste gegeven terugvinden, maar blijkbaar heeft men aldaar beslist om die informatie niet langer te publiceren.
In artikel 21 van het voormelde koninklijk besluit van 22 februari 1998 zijn de modaliteiten voor de aflevering van het attest van sociaal verzekerde vastgelegd.
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 oktober 2000 dat het voornoemde koninklijk besluit wijzigt, blijft dit attest gedurende twee maanden na de aflevering ervan geldig.
Hetzelfde koninklijk besluit brengt de geldigheidsduur ervan op drie maanden :
wanneer de SIS-kaart wordt aangevraagd of vervangen ;
wanneer de sociaal verzekerde individueel van ziekenfonds verandert ;
wanneer de verzekeringsinstelling niet in staat is om onmiddellijk de verzekerbaarheidsgegevens op de SIS-kaart aan te passen.
In de volgende gevallen bedraagt de geldigheidsduur 6 maanden :
voor de sociaal verzekerden die nog niet over een identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ) beschikken, zoals de pasgeborenen. Deze procedure is identiek voor buitenlandse nieuwkomers op de Belgische arbeidsmarkt die zich in Belgi? vestigen ; het attest is geldig voor een periode van zes maanden ;
wanneer de sociaal verzekerde zich in een sociaal behartigenswaarde toestand bevindt, als dusdanig erkend op basis van de modaliteiten vastgelegd door de Dienst voor administratieve controle ;
voor de sociaal verzekerden die in opvangtehuizen voor minderjarigen verblijven.
Als de ex niet bereid is om de kaart mee te geven, en het ziekenfonds is niet bereid om een tijdelijk attest mee te geven, dan zit er niets anders op dan dat je ex direct alle kosten zelf maar komt betalen, en het nodige loopwerk (naar artsen, zieknhuis, apotheek, ...) om ervoor te zorgen dat jullie kind het niet aan de nodige zorgen ontbreekt.
Als zij dat niet doet, kun je haar alsnog aanklagen voor nalatigheid tav jullie kind.
Niemand kan jou verwijten dat je niet het mogelijke zou hebben.