Wanneer regelmatige werknemer bij invaliditeit

Liam10
Topic Starter
Berichten: 11
Juridisch actief: Nee

Wanneer regelmatige werknemer bij invaliditeit

#1 , 23 okt 2020 22:40

Dag beste lezer,
Het minimale bedrag van de invaliditeitsuitkering is mede afhankelijk van of je regelmatige werknemer bent of niet. Ik vind echter nergens hoe op basis van je loopbaan berekend/beoordeeld wordt of je regelmatige werknemer bent of niet.
Weet iemand waar ik dit kan vinden of hoe dit wordt beoordeeld ? Dank bij voorbaat.

Liam

Jureca
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Marcus Aurelius
Berichten: 4051
Juridisch actief: Nee

#2 , 24 okt 2020 16:40

Liam,

Je kan dit terugvinden in het KB van 03.07.1996 tot uitvoering van de wet 14.07.1999, art. 224.


Afdeling X. - Regelmatig werknemer.

Art. 224.§ 1. Om als regelmatig werknemer als bedoeld in artikel 93 van de gecoördineerde wet te worden beschouwd, moet een in artikel 86, § 1, 1° of 2°, van de gecoördineerde wet bedoelde werknemer gelijktijdig aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid (...), sedert ten minste zes maanden de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde hebben. <KB 2003-07-11/66, art. 5, 097; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
(De gerechtigde moet daarenboven honderd twintig arbeidsdagen of met toepassing van artikel 203, vierde lid, gelijkgestelde dagen aantonen.) De dagen opgesomd in artikel 203, vierde lid, 4, worden echter niet meegerekend voor de toepassing van deze bepaling. <KB 2001-06-10/60, art. 41, 063; Inwerkingtreding : 01-01-2003> <KB 2003-07-11/66, art. 5, 097; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
In afwijking van de bepalingen van het voorgaande lid, moet de seizoenarbeider, de arbeider bij tussenpozen of de deeltijdse werknemer in totaal vierhonderd (...) arbeidsuren of daarmee met toepassing van artikel 203, vierde lid gelijkgestelde uren tellen. De met toepassing van artikel 203, vierde lid, 4, gelijkgestelde uren mogen echter niet in aanmerking genomen worden voor de toepassing van deze bepaling; <KB 2001-06-10/60, art. 41, 063; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
2° over het tijdvak dat ingaat vanaf de datum dat hij gerechtigde is geworden en loopt tot daags vóór de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid, aan een aantal arbeidsdagen of hiermee gelijkgestelde dagen komen van in totaal ten minste driekwart van het aantal werkdagen van het beschouwde tijdvak. Onder met arbeidsdagen gelijkgestelde dagen worden de dagen verstaan die zijn bedoeld in de artikelen 86, § 1, 1°, b), 100, 114, (114bis) en 128 van de gecoördineerde wet. <KB 1997-04-13/51, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 06-10-1996>
Onder werkdagen worden alle dagen van het jaar verstaan, behalve de zondagen. Indien de werknemer de hoedanigheid van uitkeringsgerechtigde heeft sedert de eerste januari van het kalenderjaar vóór dat waarin de arbeidsongeschiktheid is aangevangen, wordt het refertetijdvak evenwel beperkt tot dat kalenderjaar.
Onder kalenderjaar als bedoeld in deze bepaling moet het refertejaar worden verstaan zoals het is bepaald in artikel 277.
Wanneer de werknemer de in artikel 86, § 1, 1° of 2°, van de gecoördineerde wet bedoelde hoedanigheid van gerechtigde verliest gedurende een periode van minder dan drie maanden, onderbreekt die periode het refertetijdvak niet.
(Voor de toepassing van deze bepaling wordt rekening gehouden met het aantal werkdagen en gelijkgestelde dagen, zoals bepaald conform de bepalingen van artikel 203, zesde lid.) <KB 2001-06-10/60, art. 41, 063; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
In afwijking van de bepalingen van het eerste lid, van punt 2°, moet de seizoenarbeider, de arbeider bij tussenpozen of de dee1tijdse werknemer over het hiervoren omschreven refertetijdvak een aantal arbeidsuren of hiermee gelijkgestelde uren tellen dat overeenstemt met ten minste 28 arbeidsuren per week of bij gebreke hiervan, een aantal arbeidsuren gelijk aan ten minste driekwart van het aantal arbeidsuren, gepresteerd door (de maatpersoon). Voor die werknemers worden de periodes van inactiviteit, bedoeld in het eerste lid, van punt 2°, voor zover ze samenvallen met periodes tijdens welke de betrokken werknemers normaal wel zouden hebben gewerkt, meegerekend voor het aantal arbeidsuren dat ze tijdens die periodes zouden hebben gepresteerd; <KB 2001-06-10/60, art. 41, 063; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
3° (...) <KB 2003-07-11/66, art. 5, 097; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
4° (de gerechtigden) moeten over het totale aantal werkdagen van het onder 2° bedoelde refertetijdvak doen blijken van een gemiddeld dagloon van ten minste (21,42 EUR) als zij 21 jaar of ouder zijn, van ten minste (16,06 EUR) als zij 18 tot 20 jaar zijn en van ten minste (10,71 EUR) als zij jonger dan 18 jaar zijn. Daartoe wordt voor de met arbeidsdagen gelijkgestelde dagen een fictief loon toegepast, gelijk aan het gederfde loon, zoals dit is bepaald in artikel 87 van de gecoördineerde wet, dat als basis heeft gediend voor de berekening van de uitkering. <KB 2001-06-14/37, art. 9, 061; Inwerkingtreding : 01-01-2002> <KB 2003-07-11/66, art. 5, 097; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
De werknemers wier bijdragen krachtens de wetgeving betreffende de sociale zekerheid op forfaitaire loonbedragen worden berekend, worden geacht te hebben voldaan aan de in het eerste lid gestelde voorwaarden inzake dagloon.
Voor de seizoenarbeiders, de arbeiders met tussenpozen en de deeltijdse werknemers voor de met arbeidsuren gelijkgestelde uren een fictief loon toegepast, dat eveneens wordt bepaald op basis van het gederfde loon dat in aanmerking genomen wordt voor het berekenen van de uitkering.
§ 2. (Het tijdvak van het vervullen van militieverplichtingen), de in artikel 247 bedoelde tijdvakken van voortgezette verzekering, het tijdvak tijdens hetwelk de werknemer een uitkering heeft ontvangen voor de volledige onderbreking van zijn beroepsloopbaan, evenals de tijdvakken tijdens welke de gerechtigde de arbeid heeft onderbroken om zich aan de opvoeding van zijn kind te wijden onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 205, § 5 [1 of 205/1, § 2]1, worden geneutraliseerd voor de toepassing van de bepalingen van § 1. <KB 2003-03-12/42, art. 24, 090; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
Het tijdvak tijdens hetwelk de werknemer een uitkering ontvangt voor de gedeeltelijke onderbreking van zijn beroepsloopbaan, wordt geneutraliseerd voor de toepassing van de bepalingen van § 1, bij het verstrijken van het tijdvak waarvoor de gerechtigde de voornoemde uitkering ontvangt.
Het voorgaand lid is evenwel alleen van toepassing indien de overeengekomen vermindering van de prestaties het tijdvak waarvoor de gerechtigde de voornoemde uitkering ontvangt, niet overschrijdt.) <KB 2002-07-10/35, art. 1, 080; Inwerkingtreding : 09-08-2002>
§ 3. De bedragen van het gemiddeld dagloon, die zijn bedoeld in § 1, worden ieder jaar in de loop van de maand december geherwaardeerd met een percentage dat gelijk is aan de verhouding tussen het op 1 januari van het lopende jaar geldende minimumbedrag van de (uitkering) voor een regelmatig werknemer met personen ten laste en hetzelfde bedrag op 1 januari van het vorige jaar. <KB 2003-07-11/66, art. 5, 097; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
De aldus geherwaardeerde bedragen worden voor de toepassing van § 1 in aanmerking genomen vanaf de 1e januari na die herwaardering.
In geval van toepassing van § 2 zijn de in § 1 bedoelde gemiddelde dagloonbedragen ter staving van de werkdagen in het refertetijdvak voor een geneutraliseerd tijdvak van zes maanden of meer, evenwel die welke overeenkomstig deze paragraaf zijn vastgesteld voor het jaar na dat waarin het geneutraliseerde tijdvak een aanvang heeft genomen.
(§ 4. De gerechtigde die voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de hoedanigheid van regelmatig werknemer, behoudt die hoedanigheid als hij opnieuw arbeidsongeschikt wordt binnen twaalf maanden na het einde van het tijdvak van arbeidsongeschiktheid waarover hem de hoedanigheid van regelmatig werknemer was verleend.) <KB 2003-07-11/66, art. 5, 097; Inwerkingtreding : 01-01-2003>
----------
(1)<KB 2017-04-27/02, art. 14, 252; Inwerkingtreding : 01-05-2017>
------------------------------------------------------------------------
wat baat kaars en bril, als de uil niet zien en lezen wil.

Reclame

Terug naar “Andere”