De rechtbank van koophandel werd vervangen door de ondernemingsrechtbank.
Wat als oproepingsstukken anno december 2019 uitgaan van de "rechtbank van koophandel"? En bijkomstig zelfs niet ondertekend werden? En bijkomstig niets ter zitting in regel gesteld werd, niettegenstaande de betrokken griffie hiervan in kennis gesteld werd?
Is de ondernemingsrechtbank dan niet gehouden om, vooraleer een uitspraak te kunnen doen, vast te stellen of er een regelmatige oproeping gebeurde?
En voouitlopend op een antwoord, welk gevolg heeft dit als een ondernemingsrechtbank in dit geval uitspraak doet zonder rechtsgeldige/nietige (?) oproeping?