Gerelateerd aan mijn vorige thread
Volgens de juridische dienst van het OCMW valt een zelfstandigenstatuut (dat bij nadering geen geld op brengt of verliest) niet te combineren met een "Studenten-leefloon" vanwege een probleem dat zich stelt met de werkbereidsheideis:
A) Er bij zelfstandigen wordt verwacht dat men zich 110% in zet voor de zaak.
B) Voor studenten laat men deze eis gedeeltelijk vallen en verwacht men dat ze werken tijdens de zomervakantie en er een goed studietraject op aanhouden.
Volgens de juridische dienst zijn deze niet combineerbaar.
Eerder dit jaar werd ik 25 en verviel dus mijn statuut student-zelfstandige en werd ik zelfstandige in hoofdberoep. Of dat dacht ik toch. Want nu blijkt dat dit behouden blijft tot 30 september van het jaar waarin men 25 wordt, ongeacht wanneer men verjaart.
Ik vermoed dus dat de wet mij in eerste instantie als student beschouwd. Klopt het standpunt dat het OCMW hier inneemt? Of heb ik als student-zelfstandige wél recht op dat leefloon?
Ik ben sceptisch omdat de juriste een zeer vijandige, passief-agressieve manier van communicatie hanteert en ze tijdens het hoorrecht alles behalve vriendelijk en pragmatisch was. Ik vermoed dat er een stuk persoonlijke bias is aan haar kant en dat ze haar job uit voert op manier dat ze enkel het standpunt van het OCMW verdedigd zonder mee te denken met wat er wel mogelijk zou zijn.
Ik weet dat ik de beslissing kan aanvechten bij de arbeidsrechtbank, maar een als ik een deftige advocaat wil kost dat me zo veel dat ik niet weet of het sop de kolen wel waard is.