Bij vonnis dd. 21.11.2013 van de Vrederechter van het kanton Wetteren - Zele, met zetel te
Wetteren, werd G. veroordeeld om een onderhoudsgeld te betalen aan E. hierna
gedaagde van 400 € per maand gedurende een periode van acht jaar. Het betrof een
persoonlijk onderhoudsgeld na echtscheiding.
Er werd na dit vonnis tussen partijen overeengekomen dat verzoeker voor slot van alle
rekening een bedrag zou betalen aan hierna gedaagde van 10.000 € als persoonlijk
onderhoudsgeld na echtscheiding. Dit werd door verzoeker meegedeeld aan hierna
gedaagde per email dd. 12.6.2014. Er werd in deze email vermeld dat het voor slot van alle
rekening was.
Hierna gedaagde heeft dit uitdrukkelijk aanvaard. Zij heeft haar rekeningnummer
meegedeeld aan verzoeker en laatstgenoemde heeft het bedrag van 10.000 € op die
reklening gestort. De betaling gebeurde op 16.6.2014.
Hierna gedaagde meldde zelfs in een mailbericht van 5.6.2014 dat zij met een lager bedrag
ook tevreden zou kunnen zijn.
Na vijf jaar komt hierna gedaagde op haar stappen terug. (= Dit omdat het OCMW terugbetaling eist van 400€/maand - dit komt 4 oktober 2019 voor de rechtbank)
En bij één en zelfde exploot heb ik ondergetekende gerechtsdeurwaarder DAGVAARDING
gegeven aan mevrouw E., eerste voornoemde betekende partij, om te
verschijnen op DINSDAG VIJFENTWINTIG (25) JUNI AANSTAANDE te 09.30 uur in de
voormiddag voor de Beslagrechter in de Rechtbank van Eerste Aanleg Oost-Vlaanderen,
afdeling Dendermonde, Sectie Burgerlijke Rechtbank, kamer D Beslag, zetelende zoals in
kortgeding, in het gewoon lokaal der zittingen, Gerechtsgebouw, te 9200 Dendermonde,
Justitieplein 1.
TENEINDE:
Er te horen zeggen voor recht dat het verzet tegen het exploot van BETEKENING - BEVEL,
betekend op 11.6.2019 ten verzoeke van gedaagde door gerechtsdeurwaarder G, Gerechtsdeurwaarder te 9000 Gent, waarbij bevel werd gegeven tot het betalen van de som van 21.350 ( op grond van een vonnis dd. 21.11.2013, gewezen door de Vrederechter van het kanton Wetteren - Zele, zetel te Wetteren GEGROND is.
Te zeggen voor recht dat verzoeker aan gedaagde niets hoeft te betalen.
Gedaagde te veroordelen tot het betalen aan verzoeker van een schadevergoeding van
1.000 (wegens tergend en roekeloos betekenen van een bevel tot betalen.
Gedaagde te veroordelen tot de kosten van het geding, inbegrepen de rpv, begroot op 1.320 €.
En opdat hiervan geen onwetendheid zou voorgewend worden, liet ik iedere betekende partij
afzonderlijk, zijnde als hoger gezegd, een afschrift van onderhavig exploot, zo nodig onder
gesloten omslag, volgens de eisen der wet.