#26 , 17 jan 2019 14:21
Beste asperger,
Mijn vrouw en ik bezitten in de desbetreffende woonblok twee appartementen, één op haar naam en één op mijn naam, wat samen staat voor 190/600 aandelen. Mede-eigenaar P die ons vroeg om gedogen te zijn voor zijn te verhuren handelspand bezit 340/600. Een vierde eigenaar bezit 40/600 aandelen. Deze laatste is kapper, hij respecteert de basisakte, hoewel dat verbod voor hem weinig uitmaakt. Dat de optelsom niet 600 is, maar 570, komt omdat een vroegere eigenaar met meerdere garages, zijn garages niet mee verkocht heeft.
Hier het document dat ik had opgesteld en werd ondertekend door de verhuurder, de huurder en mezelf, uiteraard zonder namen of handtekeningen.
Aangaande de vraag van de heer P aan ons, mede-eigenaars L en I: mag mijn kandidaat huurder voor het pand …………….. gebruik maken van de gemeenschappelijke delen rondom het gebouw …………, en dat voor commerciële doeleinden? Zo ja, onder welke voorwaarden?
Gemeenschappelijke delen mogen in principe nooit en nergens aangewend worden voor commerciële doeleinden, tenzij alle mede-eigenaars ermee akkoord gaan. Onder strikte voorwaarden, hieronder te tekenen door verhuurder en huurder, zijn wij echter bereid om een toegeving te doen.
Voorwaarden
1. De toegelaten beschikbare ruimte (tbr) sluit aan tegen de boordsteen onder de vitrine, en meet 80cm x 380cm (de ganse breedte van de vitrine). Wat mag er staan: alles wat gelinkt kan worden aan de verkoop van bloemen en planten. Let wel: alles wat sporen kan nalaten, zoals roestige rekken of lekkende (bloem)potten, zijn verboden.
2. Aan de buitenkant van het gebouw (gevel, deur, rolluik, vitrine) mag nooit iets bevestigd worden, ook niet heel even.
3. Afvalcontainers en afvalzakken mogen niet op de gemeenschappelijke delen (gd) te zien zijn, ook niet tijdens de openingsuren van de winkel en ook niet heel even.
4. De tbr moet na het sluiten van de winkel leeg en netjes achter gelaten worden. Nergens op de gd mogen er na het sluiten van de winkel sporen van de winkel te vinden zijn.
5. Buiten de daguren, gaande van 7 uur tot 20 uur, mogen er geen leveringen, van welke aard ook, aan of voor het pand plaats hebben.
6. Op Kerstmis of andere feestdagen mag er geen uitbreiding gemaakt worden van de tbr (bijvoorbeeld om kerstbomen op te stapelen).
7. De winkel mag geen voedingswaren verkopen, ook geen frisdranken en snoep.
Na een inbreuk tegen één van hoger genoemde voorwaarden, zal ik onmiddellijk eigenhandig ingrijpen, wat meteen ook het einde van de toelating inhoudt. Deze toelating is niet overdrachtelijk: voor een nieuwe of volgende huurder geldt deze toelating niet.
Voor akkoord (28-9-2017):
-----------------
De reden waarom ik die toelating niet verlengd heb is tweeërlei: 1. Reeds vanaf dag één ging de huurder in de fout. In plaats van zijn huurder op de overeenkomst te wijzen, ging de verhuurder haar nog verdedigen. - 2. Ik wil niet dat die gedogenheid een permanent karakter krijgt en als een verworven recht beschouwd wordt (wat ze nu al deden). 3.Als bepalingen van de basisakte opzij geschoven mogen worden, mag iedereen dat, en waar eindigen we dan?