#140 , 09 jan 2018 11:52
Commentaar bij artikel 90 WIB92:
V. IN ART. 90, WIB 92, BEDOELDE INKOMSTEN
A. ALS DIVERSE INKOMSTEN BELASTBARE WINST OF BATEN (ART. 90, 1°, WIB 92)
1. Algemeen
Nummer 90/2.1
Winst of baten, hoe ook genaamd, die zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, voortkomen uit enige prestatie, verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, met uitzondering echter van normale verrichtingen van beheer van een privé- vermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen, zijn diverse inkomsten die belastbaar zijn op grond van art. 90, 1°, WIB 92, onverminderd de toepassing van art. 90, 8°, WIB 92( eerwaarden op ongebouwde onroerende goederen) en art. 90, 9°, WIB 92(meerwaarden op belangrijke deelnemingen).
2. Voorwaarden voor de belastbaarheid van winst of baten als diverse inkomsten
Nummer 90/3
Praktisch alle winst of baten, hoe ook genaamd, die tegelijkertijd aan de beide onderstaande voorwaarden voldoen, zijn belastbaar als diverse inkomsten :
1° behaald zijn buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid;
2° niet voortkomen van het normaal beheer van een privé-vermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen (met dien verstande dat zelfs van een normaal beheer van een privé-vermogen voortkomende meerwaarden op in België gelegen onroerende goederen, of op zakelijke rechten met betrekking tot die onroerende goederen, en de meerwaarden verwezenlijkt naar aanleiding van de overdracht onder bezwarende titel van belangrijke deelnemingen eventueel belastbaar zijn krachtens art. 90, 8° en 9°, WIB 92 - zie 90/35 tot 52 en 90/53 tot 65).
3. Eerste voorwaarde : behaald zijn buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid
Nummer 90/4
De eerste in 90/3 vermelde voorwaarde vergt geen commentaar;de winst of baten van verrichtingen die gedaan worden binnen het raam van een beroepswerkzaamheid zijn inderdaad beroepsinkomsten die als zodanig in de PB belastbaar zijn (zie art. 23, § 1, WIB 92).
4. Tweede voorwaarde : niet voortkomen van het normale beheer van een privé-vermogen
a) Begrip "beheer van een privé-vermogen"
Nummer 90/5
Het begrip "beheer van een privé-vermogen" is als volgt omschreven in het verslag van de Commissie voor de Financiën van de Senaat (Stuk 366, Zitting 1961-1962, blz. 147).
" Feitelijk wijkt het beheer van een vermogen af van de uitoefening van een winstgevende betrekking of van een speculatie, zowel door de aard van de goederen - d.w.z. onroerende goederen, waarden in portefeuille, roerende voorwerpen (allemaal goederen die normalerwijze een privé- vermogen uitmaken) - als door de aard van de daden die met betrekking tot die goederen verricht worden : daden die een goed huisvader verricht voor het dagelijks beheer, maar tevens met het oog op het winstgevend maken, de tegeldemaking en de wederbelegging van bestanddelen van een vermogen, d.i. van goederen die hij heeft verkregen door erfopvolging, schenking of door eigen sparen, of nog als wederbelegging van vervreemde goederen".
b) Principe
Nummer 90/5.1
Blijkens de in 90/5 vermelde tekst kunnen verrichtingen slechts wordt beschouwd als vallend in het kader van het normale beheer van een in art. 90, 1°, WIB 92, bedoeld privé-vermogen, wanneer ze tegelijkertijd de volgende twee voorwaarden vervullen :
1° betrekking hebben op onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen, d.w.z. op de in de wet bepaalde goederen die normaal van een privé-vermogen deel uitmaken.
Dit betekent dat de goederen die niet in die beperkende opsomming zijn opgenomen, geen deel kunnen uitmaken van een privé-vermogen;
2° handelingen zijn die een goede huisvader gewoonlijk stelt om een sub 1° omschreven vermogen te doen aangroeien of te behouden.
c) Algemene regel
Nummer 90/5.2
In het algemeen mag worden aangenomen dat het normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen betreft, wanneer die verrichtingen niet met speculatieve bedoeling geschieden en ze niet door herhaling de aard van een winstgevende bezigheid verkrijgen.
d) Bewijslast
Nummer 90/5.3
De administratie moet aantonen dat een handeling buiten het normale beheer van een privé-vermogen valt (Senaat, Zitting 1961-1962, Vers. Com. Fin., Stuk 366, blz. 148).
e) Geen normale handelingen van beheer van een privé-vermogen
Nummer 90/5.4
Als normale handelingen van beheer van een privé-vermogen - ongeacht de samenstelling ervan - kunnen niet worden aangezien, de handelingen die, inzonderheid gelet op hun herhaling, feitelijk het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid of van een winstgevende bezigheid vormen (er wordt aangestipt dat de inkomsten van die beroepswerkzaamheid of die bezigheid niet als diverse inkomsten, doch als beroepsinkomsten moeten worden belast).
In dit verband wordt verwezen naar de vigerende rechtspraak (zie 23/342 wat onroerende verrichtingen betreft).
f) Speculatieve verrichtingen
Onderscheid
Nummer 90/5.5
Wat de speculatieve verrichtingen betreft, zal het niet ontgaan dat indien ze buiten het normale beheer van een privé-vermogen vallen, de inkomsten die eruit voortvloeien niet noodzakelijk altijd diverse inkomsten zijn. Het is immers mogelijk dat de verrichtingen vallen in het kader van een beroepswerkzaamheid - met inbegrip van een winstgevende bezigheid - of betrekking hebben op goederen die tot het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid worden of werden gebruikt, zodat de inkomsten die eruit voortvloeien gewone beroepsinkomsten zijn.
Omschrijving
Nummer 90/5.6
"Speculatie" kan worden omschreven als een transactie met veel risico, waarbij men bij zich voordoende prijsstijging of prijsdaling kans op veel winst, maar ook op een groot verlies heeft.
Rechtspraak
Nummer 90/5.7
1° Het begrip "speculatie" dat voorkomt in art. 67, 1°, WIB (thans art. 90,1°, WIB 92) , moet worden onderscheiden van de bedoeling die iedere belegger, beheerder van een privé-patrimonium, heeft om zijn beleggingen te doen opbrengen en kan derhalve worden bepaald als het opzettelijk kopen om na korte of langere termijn met winst te verkopen (Brussel, 28.4.1976 en Cass., 18.5.1977, Dochy Pierre, Bull. 572, blz. 607).
2° Speculeren bestaat onder meer in het kopen van goederen met het risico van verlies, maar met de verwachting winst te maken door de stijging van hun marktwaarde (Cass., 15.5.1987, erfgenamen Geldhof, Bull. 675, blz. 1508).
3° Speculatie in de zin van art. 67, 1°, WIB (thans art. 90, 1°, WIB 92) bestaat onder meer in het kopen van goederen met het risico van verlies maar met de verwachting door wederverkoop winst te maken ten gevolge van de stijging van de marktwaarde; daarbij is niet noodzakelijk vereist dat de wederverkoop binnen korte tijd op de aankoop volgt (Cass., 6.5.1988, D.C.D., Bull. 679, blz. 122).
Twijfelachtige gevallen
Nummer 90/6
Twijfelachtige gevallen zullen zich zeker voordoen in verband met verrichtingen inzake onroerende goederen of in verband met het kopen en verkopen van roerende waarden.
Aldus kunnen de baten zonder beroepskarakter die worden behaald uit de verkoop van edele metalen (inzonderheid goudstaven), edelstenen en bezittingen in buitenlandse munt onder het normale beheer van een privé-vermogen vallen, maar die baten moeten als diverse inkomsten worden belast (art. 90, 1°, WIB 92) zodra een speculatief inzicht bij dergelijke verkoop aan het licht komt.
De in het eerste en tweede lid hierboven bedoelde gevallen moeten worden beslecht rekening houdend met de feitelijke omstandigheden.
Wat meer in het bijzonder de meerwaarden betreft die zijn verwezenlijkt op in België gelegen ongebouwde onroerende goederen of op zakelijke rechten andere dan een recht van erfpacht of van opstal of dan een gelijkaardig onroerend recht met betrekking tot die onroerende goederen, zal, wanneer twijfel rijst omtrent de vraag of de tot die meerwaarden aanleiding gevende verrichtingen al dan niet tot het normale beheer van een privé-vermogen behoren, het stelsel van de in art. 90, 8°, WIB 92, bedoelde diverse inkomsten moeten worden toegepast.
Wat betreft de begrenzing van het normale beheer van een privé- vermogen, zie ook Bull. 719, blz. 2350 tot 2439.