Maak een contract op voor onderverhuur van de beschreven ruimtes, indien u de toelating ervoor hebt van de verhuurder.
Indien je er geen toestemming voor hebt zou ik er niet aan beginnen.
Met een bruikleenakkoord en betalen van huur maak je u schuldig om u wettelijke verplichtingen te ontlopen.
Bron ondernemers databank:
Een studentenkamer verhuren?
Studentenkamers worden steeds vaker aangeboden als investering. Met welke spelregels moet u rekening houden als u zo’n kamer verhuurt? Wie moet het contract tekenen? Mag uw student het contract beëindigen als hij zijn studies stopzet of zijn kamer onderverhuren als hij een paar maanden naar het buitenland gaat? Hoeveel waarborg mag u vragen? Moet u een plaatsbeschrijving opmaken?
Contract. Als u een studentenkamer verhuurt, moet u met uw huurder een schriftelijk contract sluiten. Het is dus uit den boze om te werken op een louter mondelinge basis. U moet het huurcontract ook registreren. Dat kan online via
www.myrent.be.
Wie tekent? Als de student waarmee u in zee gaat meerderjarig is, dan volstaat het strikt genomen dat u het huurcontract met hem sluit. Toch kan het nuttig zijn om ook zijn ouders mee te laten tekenen als ‘extra partij’. Voorzie dan meteen dat uw huurder en zijn ouders hoofdelijk gehouden zijn tot nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Alleen zo kunt u desnoods bij de ouders aankloppen om de maandelijkse huur op te eisen. Is de student nog minderjarig, dan is zijn handtekening niet voldoende. Zijn ouders moeten dan het huurcontract ondertekenen. Zorg er ook dan voor dat de ouders zich ook in eigen naam verbinden. De ouders zouden immers ook louter kunnen optreden als vertegenwoordiger van hun minderjarige kind. In dat laatste geval loopt u, als het kind later meerderjarig is en dan niet meer betaalt, hetzelfde risico als wanneer u een meerderjarige student het contract alleen laat ondertekenen.
Duurtijd. Bij het verhuren van een studentenkamer is de Woninghuurwet niet van toepassing. U kiest dus zelf vrij de looptijd van het huurcontract. Nagenoeg alle huurovereenkomsten voor studenten worden voor 12 (of soms voor tien) maanden aangegaan. Gaat u een contract voor tien maanden aan, weet dan dat de kamer de twee resterende maanden van het jaar leeg zal staan. Denk daaraan bij het bepalen van uw huurprijs. Als u voor tien maanden verhuurt, kunt u in het huurcontract een regeling overeenkomen voor het geval de student tweede zit heeft. U kunt bv. afspreken dat de student dan twee maanden extra kan huren tegen de gebruikelijke maandelijkse huurprijs.
Stopzetten? Als uw huurder in de loop van het contract vraagt om de huur vervroegd stop te zetten, bv. omdat hij stopt met studeren, bent u niet verplicht om daarop in te gaan. U kunt dus vragen dat hij de huur blijft betalen tot de normaal voorziene einddatum van het contract. Een alternatief bestaat erin een schadevergoeding overeen te komen. Deze laatste werkwijze hanteert u best alleen als u zeker bent dat u nog een andere student vindt die voor het lopende academiejaar verder van u wil huren. U kunt in het contract ook bepalen dat de overeenkomst stilzwijgend voor een jaar verlengd wordt, zo uw student ze niet tegen een bepaalde datum opzegt. Bepaal dan bv. dat uw huurder de overeenkomst drie maanden vooraf moet opzeggen. Het kan immers handig zijn om ruim vóór het begin van het academiejaar uw studentenkamer terug te huur aan te bieden.
Plaatsbeschrijving. Bij het begin van de huur moet u, net als bij een woninghuurcontract, een omstandige plaatsbeschrijving opmaken die voldoende gedetailleerd moet zijn. Die plaatsbeschrijving moet u samen met het huurcontract registreren. Het volstaat dus niet in het huurcontract te vermelden dat de huurder de kamer in perfecte staat ontving. Maakte u geen tegensprekelijke plaatsbeschrijving op, dan wordt uw huurder geacht het goed in dezelfde staat te hebben ontvangen als diegene waarin de kamer zich bij het einde van de huur bevindt. U kunt als verhuurder het tegenbewijs leveren, maar dat is verre van evident. Meestal zal u dan de huurschade niet op uw huurder kunnen verhalen.
Huurwaarborg. De wet zegt niet hoe hoog de huurwaarborg mag zijn. De regels die gelden bij een woninghuur zijn niet van toepassing. U mag als verhuurder dus meer dan twee maanden huurwaarborg vragen. De meeste verhuurders doen dat echter niet en vragen één of twee maanden huur als waarborg. De waarborg moet ook niet op een geïndividualiseerde rekening op naam van de huurder geplaatst worden. U mag dus vragen dat de huurder de waarborg rechtstreeks op uw rekening stort of dat hij die waarborg cash aan u betaalt.
Onderverhuren? Heel wat studenten gaan (bv. in het kader van een Erasmus-project) een semester naar het buitenland. Misschien willen ze hun kamer in die periode wel onderverhuren. Als verhuurder moet u dat niet zomaar aanvaarden. Bepaal in het contract dat uw huurder daar uw toestemming voor nodig heeft. Als u akkoord gaat dat uw huurder onderverhuurt komt u het best meteen overeen dat uw huurder tegenover u verantwoordelijk blijft voor de nakoming van de huurdersverplichtingen. Op die manier vermijdt u dat het slachtoffer wordt als de ‘tijdelijke’ student-huurder niet betaalt of schade veroorzaakt.
Laat het contract altijd mee ondertekenen door de ouders die zich daarbij hoofdelijk verbinden, ook als de student meerderjarig is. Stel altijd een plaatsbeschrijving op. Omdat een verhuur van studentenkamers niet onder de Woninghuurwet valt, kunt u de waarborg perfect op uw rekening laten storten. Bepaal uitdrukkelijk dat de student de kamer niet mag onderverhuren zonder uw toestemming. Voorzie ook dat hij dan toch aansprakelijk blijft voor de betaling van de huur en de huurschade. Het is niet omdat de student zijn studies stopzet dat hij de huur niet langer moet betalen. Voorzie ook in een stilzwijgende verlenging zodat de student u ruim van tevoren moet verwittigen als hij volgend jaar niet verder wil huren.
Kennis is nog geen wijsheid, dit komt door de jaren.