#4 , 09 jun 2017 13:37
Je moet een (huis)dier juridisch bekijken als een roerende zaak.
Art. 2279 BW stelt dat voor roerende goederen bezit als titel geldt.
Maar wie een zaak verloren heeft, kan deze - behalve voor biljetten van de Nationale Bank - binnen de 3 jaar terugvorderen van degenen in wiens handen hij ze vindt.
Deze persoon moet dan wel kunnen bewijzen dat hij/zij eigenaar was van het goed.
Hebben ze dit al kunnen bewijzen? Want dan ben je inderdaad gehouden de kat terug te geven. Je kan dus alvast vragen bewijs van de papieren van de registratie (originelen of voor conform origineel verklaarde kopie - anders kunnen ze eveneens vervalst zijn). De datum van de documenten is daarenboven niet bewezen als er geen registratie gebeurd is op dat moment.
In het andere geval heb je zelf het bewijs van jullie registratie.
Indien de kat moet teruggegeven worden, heb je in tussentijd een zaakwaarneming verricht (art. 1372-1375 BW). Je moet op het einde van de zaakwaarneming rekenschap geven aan de meester van de zaak: een overzicht bezorgen van kosten (en opbrengsten). De meester van de zaak moet je de noodzakelijke en nuttige uitgaven vergoeden (art. 1375 BW). Dit behelst inderdaad ook voeding, registreren van een chip, kosten dierenarts, ...
Je zou kunnen aangifte doen van diefstal van je (geregistreerde) kat.
Ik heb absoluut geen probleem met foute antwoorden. Ik maak ze ook. Dat is een leerproces.
Wat me wel stoort zijn zij die eigenlijk wel beseffen dat ze fout zaten, maar stijfkoppig volhouden zonder een juridische onderbouw te geven.