#4 , 11 nov 2008 10:11
Indien de echtscheidingsprocedure nog niet is ingeleid geldt : “Art.584.De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg doet, in gevallen die hij spoedeisend acht, bij voorraad uitspraak in alle zaken...”(Ger.W.=Gerechtelijk Wetboek).Zie verder art.1035-1041 Ger.W.
Indien de echtscheidingsprocedure wel is ingeleid geldt : “Art.1280...De voorzitter van de rechtbank...rechtsprekend in kort geding, neemt, in iedere stand van het geding, tot de ontbinding van het huwelijk op verzoek van de partijen of van een van de partijen of van de procureur des Konings kennis van de voorlopige maatregelen die betrekking hebben op de persoon, op het levensonderhoud en op de goederen, zowel van de partijen als van de kinderen...”(Ger.W.).
Onder het wettelijk stelsel geldt : “Art.1405.Gemeenschappelijk zijn :...4. alle goederen waarvan niet bewezen is dat zij aan een der echtgenoten eigen zijn ingevolge enige wetsbepaling.”(Burgerlijk Wetboek).
Indien u niet kan bewijzen dat uw ‘persoonlijke bankrekening’ tot uw eigen vermogen behoort in de zin van art.1399 B.W.,dan wordt het saldo van die rekening geacht gemeenschappelijk vermogen te zijn.
De voorzitter van de rechtbank kan beslissen wie tijdens de (komende) echtscheidingsprocedure over de tegoeden van die rekening al dan niet kan beschikken.
Onderzoek dus zorgvuldig de tekst van het vonnis in kort geding.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/