Heb net vernomen dat mijn (biologische) moeder moet opgenomen worden in een rusthuis en dat ik als (enige) dochter zal moeten bijdragen bij de kosten. Heb reeds jaren geen contact meer met haar en zij heeft mij ook niet opgevoed. Weet iemand of ik de billijkheidsreden kan aanvoeren ten einde de terugvordering te voorkomen en welke procedure hiervoor moet gevolgd worden.
Dank u voor de respons
- Jureca
- Juridisch actief: Ja
- Regio: België
Benieuwd naar jouw juridische opties? Jureca begeleidt jou aan de geschikte oplossing.
Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
Beste Nathalie,
Je schrijft je BIOLOGISCHE MOEDER, is zij ook je wettelijke moeder?
Wat de wet op onderhoudsplicht van kinderen tegen over hun ouders is hier wel verschillend in.
Het is niet zo dat iemand die je verwekt heeft of gebaard, die ook zo maar aanspraak kan maken op de onderhoudsplicht.
En als je moeder jou reeds heel jou heeft verlaten zijn er weer andere regels.
Je kan dus beste een raadman/vrouw raadplegen met alle gegevens over jou en je (biologische) moeder. Ook hoelang jullie al niet meer samen woonden en wie jou wel heeft opgevoed.
je kan hiervoor naar een bureau voor juridische bijstand (BJB) , die U (gedeeltelijk) kosteloze bijstand KUNNEN verlenen! (art. 508/7 tem 508/23 Gerechtelijk Wetboek).
U kan een BJB in uw buurt vinden op http://www.advocaat.be/page.aspx?pId=56 ... c=0&mIdd=0 (klik op lokale balie)
Je schrijft je BIOLOGISCHE MOEDER, is zij ook je wettelijke moeder?
Wat de wet op onderhoudsplicht van kinderen tegen over hun ouders is hier wel verschillend in.
Het is niet zo dat iemand die je verwekt heeft of gebaard, die ook zo maar aanspraak kan maken op de onderhoudsplicht.
En als je moeder jou reeds heel jou heeft verlaten zijn er weer andere regels.
Je kan dus beste een raadman/vrouw raadplegen met alle gegevens over jou en je (biologische) moeder. Ook hoelang jullie al niet meer samen woonden en wie jou wel heeft opgevoed.
je kan hiervoor naar een bureau voor juridische bijstand (BJB) , die U (gedeeltelijk) kosteloze bijstand KUNNEN verlenen! (art. 508/7 tem 508/23 Gerechtelijk Wetboek).
U kan een BJB in uw buurt vinden op http://www.advocaat.be/page.aspx?pId=56 ... c=0&mIdd=0 (klik op lokale balie)
Terzake is de algemene onderhoudsplicht van kracht (art. 205 en 207 van het Burgerlijk Wetboek).
Ingevolge art. 205 van het Burgerlijk Wetboek blijven de kinderen, ook indien zij gehuwd zijn, levensonderhoud verschuldigd aan hun ouders en andere bloedverwanten in opgaande lijn.
Zelfs schoonzonen en schoondochters hebben een onderhoudsplicht t.a.v. hun behoeftige schoonouders (art. 206 van het Burgerlijk Wetboek), doch deze plicht houdt op indien:
1? wanneer de schoonvader of de schoonmoeder een tweede huwelijk aangaat;
2? wanneer degene van de echtgenoten die de aanverwantschap heeft doen ontstaan en de kinderen uit zijn huwelijk met de andere echtgenoot geboren, overleden zijn.
Tevens is het zo dat bloedverwanten in opgaande lijn, ingeval van overlijden van hun kind dat zelf geen nakomelingen heeft, een vordering tot levensonderhoud kunnen instellen ten aanzien van de overlevende echtgeno(o)t(e) van hun kind ten belope van de giften dewelke hun overleden kind zou hebben gedaan aan diens langstlevende echtgeno(o)t(e) (art. 205bis ?2 van het Burgerlijk Wetboek).
Opdat betrokkenen niet zouden verzaken aan deze onderhoudsplicht, zijn overeenkomsten met betrekking tot het onderhoudsgeld NIET tegenstelbaar aan OCMW.
Ik meen dat het niet zo eenvoudig zal zijn om u te ontrekken aan betreffende plicht.
Anderzijds is het wel zo dat wanneer u in casu financieel mocht tussenkomen, deze tussenkomst fiscaal verwerkbaar is. Overeenkomstig art. 104 van het Weboek van Inkomstenbelasting, is het immers mogelijk om onderhoudsgelden ten belope van 80 % fiscaal te verwerken.
Leg deze zaak ter studie voor aan uw raadsman.
Ingevolge art. 205 van het Burgerlijk Wetboek blijven de kinderen, ook indien zij gehuwd zijn, levensonderhoud verschuldigd aan hun ouders en andere bloedverwanten in opgaande lijn.
Zelfs schoonzonen en schoondochters hebben een onderhoudsplicht t.a.v. hun behoeftige schoonouders (art. 206 van het Burgerlijk Wetboek), doch deze plicht houdt op indien:
1? wanneer de schoonvader of de schoonmoeder een tweede huwelijk aangaat;
2? wanneer degene van de echtgenoten die de aanverwantschap heeft doen ontstaan en de kinderen uit zijn huwelijk met de andere echtgenoot geboren, overleden zijn.
Tevens is het zo dat bloedverwanten in opgaande lijn, ingeval van overlijden van hun kind dat zelf geen nakomelingen heeft, een vordering tot levensonderhoud kunnen instellen ten aanzien van de overlevende echtgeno(o)t(e) van hun kind ten belope van de giften dewelke hun overleden kind zou hebben gedaan aan diens langstlevende echtgeno(o)t(e) (art. 205bis ?2 van het Burgerlijk Wetboek).
Opdat betrokkenen niet zouden verzaken aan deze onderhoudsplicht, zijn overeenkomsten met betrekking tot het onderhoudsgeld NIET tegenstelbaar aan OCMW.
Ik meen dat het niet zo eenvoudig zal zijn om u te ontrekken aan betreffende plicht.
Anderzijds is het wel zo dat wanneer u in casu financieel mocht tussenkomen, deze tussenkomst fiscaal verwerkbaar is. Overeenkomstig art. 104 van het Weboek van Inkomstenbelasting, is het immers mogelijk om onderhoudsgelden ten belope van 80 % fiscaal te verwerken.
Leg deze zaak ter studie voor aan uw raadsman.
Zie mijn posting in http://www.juridischforum.be/forum/viewtopic.php?t=747
Het is natuurlijk mooi U te verwijzen naar een raadsman en U allerhande wetteksten te doen lezen. Maar vanuit mijn praktijkervaring in een OCMW raad ik U aan eerst en vooral de situatie te bespreken met het OCMW dat uw (biologische) moeder helpt. Indien de toestand echt is zoals U vermeldt , zou het OCMW van mijn gemeente - en ook van heel wat andere gemeente- u vrijstellen van de onderhoudsplicht wegens billijkheidsredenen. De wettelijke mogelijkheden hiertoe zijn voorhanden.
Indien U niet tot een overeenkomst komt , kan U misschien wel die raadsman aanspreken.
Indien U niet tot een overeenkomst komt , kan U misschien wel die raadsman aanspreken.
(...) raad ik U aan eerst en vooral de situatie te bespreken met het OCMW (...)
Natuurlijk kan het OCMW afwijken van de verplichte terugvordering.
Wanneer u hieromtrent detail wenst, hoor ik dat wel.
Doch dien ik meteen te onderstrepen dat dit eerder uitzondering is dan regel.
Dergelijke dossiers worden beter met kennis van zaken benaderd. Vandaar dat ik verwees naar een raadsman. Zij kunnen u immers in elke fase bijstaan (dus ook wanneer blijkt dat er dient onderhandeld te worden).
Vertrouw dus maar op de goede zorgen van je raadsman.
nog een reden om je eerst te laten informeren en bijstaan door een raadsman/vrouw, is het feit dat eens een OCMW een dossier heeft met een advies, het zeer moeilijk is hen hier in tot een andere stelling te brengen. En het dan steeds naar de rechtbankk moet, terwijl een raadsman/vrouw dit misschien kan voorkomen, als hij/zij van in het begin alles behandeld. Deze weet immers beter welke papieren er nodig zijn en welke uitzonderingen er zijn op de onderhoudsplicht.
Hij/Zij heeft immers een hele bibiotheek met de mazen in de wet thuis staan.
Hij/Zij heeft immers een hele bibiotheek met de mazen in de wet thuis staan.
Ik wil herhalen dat mijn opmerkingen voortkomen uit mijn ervaring binnen het OCMW , waar wij regelmatig geconfronteerd worden met dergelijke situaties. En in denk dat de maatschappelijk werk(st)ers in de OCMW's ook hun zaak kennen.
Maar het is normaal dat een OCMW alle betrokkenen inlicht en een 'onderzoek' instelt.
Maar het is normaal dat een OCMW alle betrokkenen inlicht en een 'onderzoek' instelt.
Denkt u misschien dat onze tussenkomsten uit een hoge hoed komen ? Neen Wanthon, ook dit betreft praktijkervaring.(...) mijn opmerkingen voortkomen uit mijn ervaring binnen het OCMW (...)
U vergelijkt appelen met peren.(...) ik denk dat de maatschappelijk werk(st)ers in de OCMW's ook hun zaak kennen (...)
Ik twijfel zeker niet aan uw juridische kennis of uw praktijkervaring. Ik van mijn kant heb geprobeerd , bovenop de wetteksten , de dagelijkse aanpak van het probleem uit te leggen . En dat is dat er , na een gesprek tussen betrokkene en het OCMW , regelmatig vrijstelling van onderhoudsplicht wordt verleend , vooraleer of zonder dat er een advocaat tussen komt. Zeker wanneer dergelijke billijkheidsredenen aanwezig zijn.