#7 , 17 apr 2006 14:32
Naar het huidige burgerlijk aansprakelijkheidsrecht maakt het inderdaad niet uit of de schade veroorzaakt is door een opzettelijke gedraging (of een "privaatrechtelijk delict") dan wel door een gebrek aan voorzorg of een nalatigheid ("quasi-delict"). In beide gevallen bestaat er een vergoedingsplicht indien de fout en de schade in causaal verband staan met elkaar. Wie door zijn (opzettelijke dan wel onopzettelijke) fout schade veroorzaakt, is verplicht deze te herstellen.
De begrippen "opzettelijk" en "onopzettelijk" moeten wellicht overeenkomstig hun algemene betekenis ge?nterpreteerd worden. Zo besliste het Hof van Cassatie in een arrest van 26 oktober 1996 dat het gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg in de zin van artikelen 418 en volgende van het Strafwetboek overeenstemt met de nalatigheid of onvoorzichtigheid in de zin van artikel 1383 van het Burgerlijk Wetboek (Cass. 26 oktober 1990, Arr. Cass. 1990-91, 244).
U vraagt zich af of men nog kan spreken over een onopzettelijke onrechtmatige daad als de dader in kwestie weet wat de mogelijke gevolgen van zijn daad zijn. Mijns inziens wel. Uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie (die daaromtrent onder meer verwijst naar artikel 1383 B.W.) volgt dat de beslissing waarbij de rechter de beklaagde schuldig verklaart aan onopzettelijk doden naar recht verantwoord is wanneer hij beslist dat het overlijden het gevolg is van de onvoorzichtigheid van de beklaagde, aangezien onder de gegeven feitelijke omstandigheden van de zaak schade kon worden voorzien, ook al kon de beklaagde niet voorzien wie uiteindelijk schade zou lijden (Cass. 8 augustus 1990, Arr. Cass. 1989-90, 1421). De voorzienbaarheid van de schade, heeft mijns inziens niet te maken met het onopzettelijk dan wel opzettelijk karakter van de gedraging. Het voorbeeldje dat U aanhaalt, zal naar mijn mening als een opzettelijke onrechtmatige daad gekwalificeerd kunnen worden waarbij de betrokkene aansprakelijk zal zijn voor alle schade die in causaal verband staat met zijn handelen. Misschien kan hier zelfs vervolgd worden voor de strafrechter want artikel 536 van het Strafwetboek bepaalt dat hij die kwaadwillig omheiningen voor het vee stukbreekt of onbruikbaar maakt, gestraft wordt met gevangenisstraf van een maand tot twee jaar en met geldboete van zesentwintig frank tot tweehonderd frank.
In beginsel heeft noch in het strafrecht, noch in het burgerlijk aansprakelijkheidsrecht de reden waarom de handeling gesteld wordt enige invloed. Bijgevolg zou in casu wel degelijk een procedure mogelijk zijn met het oog op het verhalen van de volledige schade. In het door U geschetste geval kan er misschien wel sprake zijn van een gedeelde aansprakelijkheid. Volgens artikel 1385 B.W. is de eigenaar van een dier immers aansprakelijk voor de schade die door het dier is veroorzaakt, hetzij het onder zijn bewaring stond, dan wel verdwaald of ontsnapt was. Luidens de rechtspraak gaat het daarbij om een niet-weerlegbaar vermoeden van fout in hoofde van de eigenaar. Eens vastgelegd dat de gedraging van het dier schade heeft veroorzaakt, is de eigenaar ervan aansprakelijk. De enige mogelijkheid om aan aansprakelijkheid te ontsnappen is dus aan te tonen dat de schade niet veroorzaakt is door een dier of dat men er niet de eigenaar van is. Soms wordt evenwel de bevrijding van de eigenaar aanvaard indien de gedraging te verklaren is door een vreemde oorzaak.
Men merkt in de rechtsleer trouwens op dat het onderscheid tussen artikel 1382 en 1383 aan het verdwijnen is. Volgens sommigen was dit een reeds in 1804 voorspelbare ontwikkeling en worden de twee artikelen meer en meer in ??n adem genoemd...
Bjorn.
[b]"[i]Cedant arma togae, concedat laurea linguae[/i]", Marcus Tullius CICERO, De Officiis 1, 22, 77.
"[i]Inter utrumque tene[/i]", Publius Ovidius NASO, Metamorphoses 2, 140.[/b]