#28 , 30 aug 2015 08:30
Privaatrechtelijke werking van het grondrecht.
Art. 22 GW en Art. 8,1 EVRM verbieden de inmenging in iemands privé-leven. De vraag kan evenwel gesteld worden voor wie dit verbod geldt.
Oorspronkelijk, in de 19e eeuw, zagen de juristen de grondrechten als rechten van de burgers tegenover de staat[11]. De burger kan dus zonder veel problemen zijn grondrecht op privacy laten gelden en inroepen tegen de overheid. Art 8,2 EVRM bepaalt immers zelf dat geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan behoudens wanneer bepaalde voorwaarden voldaan zijn.
De vraag rijst nu of de burger dit grondrecht ook kan inroepen tegen andere private personen, bijvoorbeeld de verhuurder. Dit is het vraagstuk met betrekking tot de horizontale werking van grondrechten, in tegenstelling tot de verticale relatie burger – overheid. Het lijkt evenwel logisch deze vraag positief te beantwoorden. Het zou toch paradoxaal zijn dat private personen de grondrechten van andere burgers mogen schenden, terwijl de overheid dat niet mag? Om die reden wordt de horizontale werking van de grondrechten dan ook algemeen aanvaard in de rechtsleer en rechtspraak.
Iedereen kan zich dus beroepen op het grondrecht van eerbiediging van zijn privé-leven tegen de overheid en tegen private personen. De problematiek inzake privacy in het appartementsrecht, zal enkel de horizontale werking van het grondrecht belichten.
Art (1719, 3° Burgerlijk Wetboek). Dit betekent o.a. dat de verhuurder je niet mag storen in dit rustig genot door zijn eigen handelingen.
Hoewel het Burgerlijk Wetboek niet expliciet iets zegt over het laten bezichtigen van een woning die nog is verhuurd, neemt men op basis van de verplichting tot uitvoering te goeder trouw van de overeenkomst (art. 1134, derde lid B.W.) aan dat van de verhuurder redelijkerwijs mag worden verwacht dat hij de huurder telkens vooraf op de hoogte brengt en met hem overleg pleegt, wanneer hij de woning wil laten bezichtigen. De verhuurder mag dus zeker zomaar niet binnenvallen op elk moment dat hij dat wenst. Dit zou immers tevens een schending uitmaken van jouw basisrecht op privacy.
Natuurlijk geldt het beginsel van de goede trouw ook voor jou. Je zal je m.a.w. zelf ook steeds redelijk moeten opstellen en de verhuurder passende mogelijkheden moeten geven om een nieuwe koper te vinden. Kortom, strikte regels zijn er niet voor handen, alle gedragingen zullen naar redelijkheid moeten worden afgewogen, waarbij je recht op privacy weliswaar een belangrijke rol zal spelen.
Heb aan mijn zoon gevraag om dit even te laten ophelderen door zijn schoonbroer, deze is advocaat bij een groot advocaten bureau.
Deze zeg het volgende: Foto's nemen van een verhuurd pand, waar de inboedel van zijn huurder nog aanwezig is.
Als deze gebruikt worden door de verhuurder of zijn aangesteld makelaar, om deze te tonen aan eventuele geintereseerde kopers, als ze in alle objectiviteit en met respect voor de inboedel van zijn huurder genomen zijn. De huurder geeft het recht te eisen, als het pand verkocht is, dat deze foto's waar zaken opstaan van zijn inboedel, deze vernietigd worden.
Het word een totaal andere zaak als verhuurder online foto's plaatst, waar inboedel van zijn huurder opstaan, hij de uitdrukkelijke toestemming nodig heeft van zijn huurder. De inpakt van dergelijke foto's die online geplaatst worden, kunnen een heel grote inpakt hebben.
Dus zomaar zeggen dat een verhuurder over alle rechten zou beschikken, zonder toelating zijn fabeltjes.
Kennis is nog geen wijsheid, dit komt door de jaren.