Hof van cassatie: (
http://www.elfri.be/advocaten-bij-het-hof-van-cassatie" onclick="window.open(this.href);return false;)
Een advocaat bij het Hof van Cassatie is in België een advocaat die gespecialiseerd is in de cassatietechniek, hij is een ministeriële ambtenaar (door de koning benoemd) die de partijen voor het Hof van Cassatie vertegenwoordigt in burgerlijke zaken, handelszaken, sociale zaken of een cassatieberoep tegen beslissingen van beroepsorden in zake tucht. In burgerlijke zaken is de tussenkomst van een advocaat bij het Hof van Cassatie verplicht. Men kan tegen een vonnis of een arrest in burgerlijke zaken uitgesproken geen voorziening in cassatie instellen zonder de bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie.
De bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie is verplicht in burgerlijke zaken, handelszaken, sociale zaken (arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht) en tuchtzaken. De bijstand van een advocaat bij het Hof van Cassatie is niet verplicht in fiscale zaken en in strafzaken, voor de veroordeelde en voor de burgerlijke partij.
De advocaten bij het Hof van Cassatie zijn verenigd in de Orde van advocaten bij het Hof van Cassatie.
Het aantal advocaten bij het Hof van Cassatie wordt, na advies van het Hof van Cassatie, bepaald door de Koning, die hen benoemt uit een lijst van drie kandidaten, voorgesteld door een speciale commissie (artikel 478, al. 1, van het Gerechtelijk Wetboek).
EHRM: (
http://www.baliebrugge.be/page.aspx?pId ... Idd=0&lid=" onclick="window.open(this.href);return false;)
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ziet er op toe dat de fundamentel rechten en vrijheden die zijn vervat in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens worden nageleefd door de staten die het verdrag hebben ondertekend.
Vooraleer men een oordeel kan vragen aan dit Hof dient men eerst alle mogelijkheden uitputten in de eigen lidstaat. Als men dan nog van oordeel is dat de rechten uit dit verdrag niet werden gerespecteerd, kan men aankloppen bij het Hof.
Kenmerkend is dat men zich niet rechtstreeks kan wenden tot het Hof. De klacht dient neergelegd te worden in handen van de zogenaamde Europese Commissie voor de Rechten van de Mens. Deze zal de klacht op haar waarde onderzoeken en zo zijn van oordeel is dat er sprake is van een schending, zal zij de betrokken lidstaat voor het Hof brengen om een veroordeling van de lidstaat na te streven. Ook de verschillende lidstaten kunnen een klacht tegen elkaar neerleggen bij het Hof.
Evenzeer een belangrijk kenmerk van de procedure bij het Hof is dat wanneer er een schending wordt vastgesteld, de betrokken lidstaat wordt veroordeeld en er (eventueel) een schadevergoeding wordt toegekend, maar dat de bestreden beslissing blijft bestaan. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Wanneer men bijvoorbeeld een gevangenisstraf heeft opgelopen van 1 jaar en het Hof is van oordeel dat het verdrag is geschonden, dan zal de veroordeling van België deze gevangenisstraf niet ongedaan maken …
Het Hof spreekt zich echter niet alleen uit over rechten en vrijheden die door strafwetgeving zou zijn geschonden geworden … maar tevens op burgerrechtelijk vlak. Ook de rechten die men daar gewaarborgd wordt door het verdrag dienen door de lidstaten te worden nageleefd.
België werd in het verleden meermaals veroordeeld door het Hof. Dergelijke veroordelingen kunnen een zeer zware impact hebben. Zo bevond het Hof de afstammings en erfrechtelijke regeling in België in het arrest Marckx van 13.06.1979 strijdig met art. 8 en 14 van het verdrag. Dit heeft België er toe verplicht om de wetgeving ter zake volledig te vernieuwen.