#2 , 18 jan 2015 20:58
heb ff gegoogled,
Artikel 5
1.Iemand die een onbeheerd voorwerp vindt en meeneemt is verplicht:a.van de vondst snel aangifte te doen. Over wáár dat moet gebeuren zie hieronder bij punt 2. Geen aangifte hoeft te worden gedaan als de vinder meteen na de vondst deze heeft gemeld aan degene waarvan hij dacht dat die de eigenaar is of die hij als bevoegd persoon mocht beschouwen om het voorwerp in ontvangst te nemen;
b.de vondst snel te melden als deze is gedaan in een woning, een gebouw of een vervoermiddel. Over bij wie dat moet gebeuren staat hieronder bij punt 2. Deze melding hoeft niet te worden gedaan als de vinder meteen na de vondst deze heeft gemeld aan degene waarvan hij dacht dat die de eigenaar is of die hij als bevoegd persoon mocht beschouwen om het voorwerp in ontvangst te nemen;
c.het voorwerp af te geven bij de gemeente als die dat op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening eist.
2.De aangifte zoals hierboven bij a) is aangegeven kan in iedere gemeente worden gedaan bij de daartoe aangewezen ambtenaar. De melding zoals hierboven bij b) is aangegeven moet gebeuren bij degene die de woning bewoont of die het gebouw of vervoermiddel gebruikt of exploiteert of bij een toezichthouder.
3.De vinder mag het voorwerp altijd bij elke gemeente in bewaring geven. Doet hij dat niet dan moet hij zelf goed voor het voorwerp zorgen.
4.De vinder mag van de ambtenaar bij wie hij de vondst aangeeft een bewijs verlangen van de aangifte of van de inbewaringgeving.
Artikel 6
1.Als de vinder zich heeft gehouden aan wat hierboven bij artikel 5.1 staat wordt hij eigenaar van het gevonden voorwerp als:
•er één jaar is verstreken sinds het moment van aangifte of melding (zie 5.1 a)
•het voorwerp zich dan nog bij de gemeente of de vinder bevindt
2.Deze termijn van één jaar geldt niet als het gaat om zaken die:
•onverplicht bij de gemeente in bewaring zijn gegeven én die behoren tot de categorie niet kostbare zaken (zaken met een waarde lager dan € 450,=), zoals die zijn vastgesteld bij Algemene Maatregel van Bestuur.
In deze gevallen mag de burgemeester besluiten deze voorwerpen na verloop van drie maanden nadat ze in bewaring zijn gegeven: •voor rekening van de gemeente te verkopen of
•gratis weg te geven of
•te vernietigen
3.Als het voorwerp bij de gemeente in bewaring is gegeven en als wat hierboven in dit artikel staat niet van toepassing is, dan mag de burgemeester besluiten deze voorwerpen na verloop van één jaar nadat ze in bewaring zijn gegeven: •voor rekening van de gemeente te verkopen of
•gratis weg te geven of
•te vernietigen
4.Wat hierboven staat bij de punten 1,2 en 3 is niet van toepassing als de eigenaar of een andere bevoegde zich heeft gemeld, vóórdat de termijnen van respectievelijk één jaar drie maanden zijn verstreken of in geval deze termijnen al wél verstreken zijn de gemeente in alle redelijkheid nog ter beschikking kan stellen van de eigenaar of bevoegde.