Ik ga de successie aangifte doen van mijn schoonbroer. Hij was gehuwd met mijn zus en hebben samen 4 kinderen. Nu blijkt er een huwelijksovereenkomst te zijn die het volgende bepaald :
1. Gemeenschap beperkt tot de aanwinsten met uitsluiting van de verkrijging roerende en onroerende goederen door gift, legaat of erfenis tijdens het huwelijk.
2. Bij overlijden van een der echtgenoten als er kinderen uit het huwelijk bestaan, toepassing art. 1520 BW, in dit geval gemeenschap van aanwinsten naar de langstlevende voor de helft in volle eigendom en de andere helft in vruchtgebruik.
3. Echtgenoten doen onherroepelijke wederzijdse gift onder levenden aan de langstlevende van de volle eigendom van roerende en onroerende goederen.
4. In geval van reservataire erfgenamen wordt het gebracht op het grootste aandeel in volle eigendom en de rest in vruchtgebruik.
Op het ogenblik van het overlijden bezaten zij een woning gekocht tijdens het huwelijk en gelden op bankrekeningen.
Vragen :
1. Hoe moet rekening houdend met de huwelijksovereenkomst de successie verdeling aan gegeven worden ?
2. Heeft de wet die werd toegepast van 01.01.07 hier invloed op (vruchtgebruik gezinswoning)?
3. Mijn zus heeft in 2005 een bedrag van ongeveer 20000 euro geërfd van haar overleden moeder. Dit bedrag werd op een gemeenschappelijke rekening gestort, kan dit in mindering gebracht worden op de gemeenschap en hoe verwerk je dit in de aangifte ?