Beschouw de volgende re?le situatie. Persoon X , een man van 30 jaar, gaat op het internet inloggen op een chatbox. Hij doet zich daar voor als een meerderjarig meisje van 19 (wat frequent voorvalt, velen nemen een andere identiteit aal) . Persoon X zoekt mannen op het forum, die willen betalen in ruil voor seks (met het zogezegde 19-jarig meisje dat persoon X pretendeert te zijn) . Vele mannen worden bereid gevonden, onderandere man Y ... een meerderjarige man. Het voorstel van het "meisje" is het volgende : eerst moet man Y - bij wijze van voorschot - een bedrag van 15 EUR in belwaarde opladen op haar gsm. Daarna zou er dan worden afgesproken, en zou het "meisje" haar lichaam laten gebruiken door man Y . Na de daad, moet man Y nog 15 EUR in cash betalen. Dat alles is wat het "meisje" voorstelt op de chatbox. Man Y gaat hiermee akkoord, en herlaadt via zijn bancontact de gsm van het "meisje" (van man X dus eigenlijk) OF smst een herlaadcode van 15 EUR (herlaadkaarten te koop in de winkel) door naar het meisje . De rest van het verhaal kan je raden : het "meisje" (man X) heeft 15 EUR belwaarde verdiend, en laat vanaf dan niets meer van zich horen. Man Y is zijn 15 EUR kwijt, en krijgt er niets voor in de plaats.
Mijn vragen :
Kan man Y klacht neerleggen ? Hij is immers "opgelicht" door man X . Is er hier sprake van een strafbaar feit door man X ? Of heeft deze enkel handig gebruikgemaakt van de honger naar seks en de goedgelovigheid van man Y ? Of zal man Y zichzelf schade berokkenen als hij klacht neerlegt, hij heeft immers geld gegeven om seks te hebben met een ander, is dat verboden ?
Dank voor een duidelijk antwoord !
Geachte,
Zoals Scorpioen reeds stelde, beging man Y zelf geen strafbaar feit. Omdat het "meisje" voorgesteld was als meerderjarig, is prostitutie toegelaten en pleegt men (vooralsnog *) geen strafrechtelijke inbreuk als men betaalt voor sex.
Man X maakte zich naar mijn mening wel degelijk schuldig aan oplichting (artikel 496 van het Strafwetboek). Het misdrijf van oplichting omvat drie constitutieve bestanddelen: (1)het oogmerk om zich bedrieglijk andermans zaak toe te eigenen, (2)de aanwending van bedrieglijke middelen hiertoe, (3)gevolgd door een afgifte of levering van de zaak, welke de benadeelde zonder de aangewende bedrieglijke middelen niet zou hebben afgegeven of geleverd (zie onder meer Cass. 20 november 2001,
Arr. Cass. 2001, nr. 631).
-Het eerste constitutief bestanddeel behoeft niet veel uitleg: in deze zaak had Man X duidelijk het oogmerk zich een zaak te doen toe-eigenen die aan een ander (nl. Man Y) toebehoort.
-Ook het tweede bestanddeel is aanwezig: de bedrieglijke middelen kunnen immers bestaan uit het gebruik van een valse naam of valse hoedanigheid.
-En tenslotte is ook voldaan aan het derde element: Man Y heeft de belwaarde van 15? ter beschikking gesteld van Man X.
Man Y kan bijgevolg met gerust gemoed naar de politie (of het parket) stappen en klacht neerleggen. Hij kan zich tevens onmiddellijk burgerlijke partij stellen bij de onderzoeksrechter of rechtstreeks dagvaarden voor de correctionele rechtbank.
*Er is wel evolutie. In Zweden bijvoorbeeld is ook de klant van de prostituee strafbaar. Het nieuwe Mensenhandelverdrag van de Raad van Europa voorziet tevens in een strafbaarstelling van het cli?nteel dat op de hoogte is van de precaire toestand van de prostituees. In Belgi? zijn we echter zo ver nog niet en kan de klant rustig verder consumeren...
Bjorn.
[b]"[i]Cedant arma togae, concedat laurea linguae[/i]", Marcus Tullius CICERO, De Officiis 1, 22, 77.
"[i]Inter utrumque tene[/i]", Publius Ovidius NASO, Metamorphoses 2, 140.[/b]