Zou iemand mij kunnen zeggen wat hij vindt van de volgende situatie:
Randomstandigheden: op een donkere steenweg, met nat wegdek door hevige regenval gedurende de ganse dag, maar niet op het ogenblik van de feiten, met verlichting aan 1 kant van de baan (de rijstrook van A), vlak na een oversteekplaats voor voetgangers, wel verlicht, maar door de verdere duisternis, werkt dat hevige licht eerder verblindend...
Eigenlijk ongeval: A die rechtdoor rijdt, rijdt de oversteekplaats voor voetgangers over (geen voetganger), maar merkt dan dat tegenligger B met zijn snuit op het rijvak van A, dus over de middenlijn, staat daar B links wil afslaan (en er geen voorsortering is). A remt zo goed hij kan, maar kan toch niet vermijden dat het tot een aanrijding komt.
Visie van A: B stond met zijn snuit op mijn rijvak, voerde een manoeuvre uit, hij is een hindernis, die ik misschien wel had kunnen ontwijken, maar dan enkel door over het fietspad te gaan rijden, met het risico een fietser dood te rijden, daarom heb ik ervoor gekozen volop te remmen, met in het slechtste geval blikschade.
Visie van B: ik was voor A een voorzienbare hindernis, ik voerde immers geen manoevre uit, want ik stond stil, mijn wagen was niet meer in beweging, dus is A aansprakelijk.