Er is de aanvaardde rechtspraak dat wanneer een werkgever zijn personeel communicatiemiddelen geeft hij er niet van mag uitgaan dat deze de hem/haar uitgereikte middelen enkel voor professionele doeleinden zal gebruiken, zolang het privatief gebruik binnen de marges van het redelijke blijft en geen negatieve invloed uitoefent op de prestaties van de werknemer of diens collega's.
de werkmiddelen hebben dus een aspect dat in de privésfeer thuishoort.
Elke limitering van die privésfeer moet opgenomen zijn in het arbeidsreglement.
Als het arbeidsreglement geen beding omvat dat toelaat dat in omstandigheden x, y en z het gebruik van de toegekende werkmiddelen door derden kan worden gecontroleerd en dat privatief gebruik buiten de normen van het redelijke kan worden gesanctioneerd heeft men zichzelf als het ware afgesloten van controlemiddelen.
Deze dan toch gebruiken en aan de bevindingen een sanctie koppelen is vragen om problemen. zoals in het bovenstaande dossier nogmaals werd bewezen.
Vandaar dat steeds meer werkgeversorganisaties eisen dat dergelijke bepalingen worden opgenomen in de CAO's en dat ze in de tussentijd allemaal driftig hun arbeidsreglementen aanpassen. Hier worden jaarlijks diverse symposia aan gewijd en zijn er ondertussen meerdere werken ter beschikking die de mogelijkheden voor gebruik en misbruik van communicatiemedia alsook de oplossingen nauwgezet uit de doeken doen.