#6 , 10 okt 2012 08:20
“Art.180.Wanneer er dwaling in de persoon heeft plaatsgehad, kan tegen het huwelijk alleen worden opgekomen door degene van de echtgenoten die in dwaling werd gebracht.Art.181.In het geval van het vorige artikel is de vordering tot nietigverklaring niet meer ontvankelijk, wanneer de samenwoning is voortgezet gedurende zes maanden nadat de dwaling door de echtgenoot is ontdekt.Art.184. Tegen elk huwelijk dat is aangegaan met overtreding van de bepalingen van...kan worden opgekomen door de echtgenoten zelf,door allen...en door het openbaar ministerie”(Burgerlijk Wetboek).
‘De rechter beslist op basis van de hem voorgelegde stukken dat het huwelijk nietig moet worden verklaard. Het betreft immers een schijnhuwelijk. Hierdoor wordt geen afbreuk gedaan aan het recht op privé- en gezinsleven(art.8,EVRM) en het recht om een geldig huwelijk aan te gaan(art.12 EVRM).De geldigheidsvoorwaarden van het huwelijk worden beheerst door de nationale wet van de echtgenoten. Het betreft een schijnhuwelijk indien één van de echtgenoten in het huwelijk toestemde met de bedoeling zich in België te kunnen vestigen‘(Cass. 19 maart 1992,R.W. 1992-93,158)
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/