#5 , 01 sep 2012 08:59
“Art.40...§ 4. Iedere burger van de Unie heeft het recht gedurende meer dan drie maanden in het Rijk te verblijven indien hij de in artikel 41, eerste lid, bedoelde voorwaarde vervult en hij :1° hetzij in het Rijk werknemer of zelfstandige is of het Rijk binnenkomt om werk te zoeken, zolang hij kan bewijzen dat hij nog werk zoekt en een reële kans maakt om te worden aangesteld;2° hetzij voor zichzelf over voldoende bestaansmiddelen beschikt om te voorkomen dat hij tijdens zijn verblijf ten laste komt van het sociale bijstandsstelsel van het Rijk, en over een verzekering beschikt die de ziektekosten in het Rijk volledig dekt...”(15 DECEMBER 1980. - Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen=Vreemdelingenwet).
‘Mevrouw A, (nederlandse nationaliteit, maar woont in Belgie)’
Ik leid hieruit af dat zij voldoet aan voornoemd art.40,§4.
“Art.40bis.§ 1. Onverminderd...zijn de hiernavolgende bepalingen op hen van toepassing.§ 2. Als familielid van de burger van de Unie worden beschouwd :1° de echtgenoot...die hem begeleidt of zich bij hem voegt...§ 4. De in § 2 bedoelde familieleden die burger van de Unie zijn, hebben het recht de in artikel 40, § 4, eerste lid, 1° en 2°, bedoelde burger van de Unie te begeleiden of zich bij hem te voegen voor een periode van meer dan drie maanden voor zover zij de in artikel 41, eerste lid, bedoelde voorwaarde vervullen...”(Vreemdelingenwet).
‘Mevrouw A...is getrouwd met meneer B (woont ook in belgie, geen verblijfsvergunning)’.
Mijnheer B voldoet aan voornoemd art.40bis,§2,1° en wordt dus beschouwd als familielid van de burger van de Unie mevrouw A,doch vervult waarschijnlijk niet de in artikel 41, eerste lid, bedoelde voorwaarde hieronder:
“Art.41.Het recht op binnenkomst wordt erkend aan de burger van de Unie op overlegging van een identiteitskaart of van een geldig nationaal paspoort of indien hij op een andere wijze kan laten vaststellen of bewijzen dat hij het recht van vrij verkeer en verblijf geniet...”(Vreemdelingenwet).Dit dient onderzocht.
Dat mevrouw A een kind krijgt volstaat niet om aan voornoemd art.41,eerste lid te voldoen. Haar 21-jarigheid kan hieraan evenmin verhelpen.
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/