Als eigenaar kom ik voor de volgende problemen en vragen te staan.
Ik ben eigenaar van een aantal percelen landbouwgrond . Over deze percelen ligt er een erfdienstbare weg die door landbouwers met ingesloten percelen wordt gebruikt. In de akte staat er naast de gebruikelijke clausules omtrent erfdienstbaarheden niets. Achteraan deze weg staat er ook een oude hoeve die enkele jaren geleden werd aangekocht door een particulier. Deze man heeft na illegale bouwwerken te zijn gestart uiteindelijk een regularisatievergunning gekregen om deze hoeve te verbouwen tot wat dan een zonevreemde woning zal worden.
De erfdienstbare weg is van oudsher een onverharde bosweg en is ook zo omschreven op de opmetingsplannen van de landmeter. Dit soort van veldwegen worden bij ongunstige weersomstandigheden wel eens herschapen tot een modderweg. Tot voor kort was het zo dat de betrokken landbouwers steeds deze weg met eigen werktuigen terug in de oorspronkelijke staat konden terugbrengen. De nieuwe eigenaar van de achterin gelegen hoeve is echter meteen begonnen met het aanvoeren van bouwafval om de putten te vullen zodat het deftig herstellen met gewone landbouwwerktuigen onmogelijk werd. Dit is volgens mij reeds een vorm van sluikstorten.
Maar het kon nog erger. Op zekere dag kwam ik ’s avonds thuis en toen bleek dat de ganse weg was genivelleerd en met een soort van steenpuin was bedekt en gewalst. Opdrachtgever was uiteraard de eigenaar van achterin gelegen hoeve. Hij heeft mij als eigenaar van de grond hiervoor nooit toelating gevraagd en heeft ook nooit enige vergunning aangevraagd om deze werken te mogen laten uitvoeren. Ik heb deze eigenaar dan ook meteen bij aangetekend schrijven in gebreke gesteld. Ik vroeg ook meermaals om de herkomst van het steenpuin te bewijzen. Het enige wat ik uiteindelijk mocht ontvangen was een COPRO attest ZONDER het verplicht bij te voegen vervoersdocument. Een bevriende grondwerker beweert dat het aangevoerde puin zelfs niet in overeenstemming is met het attest en dat het zou gaan om afval dat wellicht moest worden afgevoerd naar een erkende stortplaats maar dat men, veel goedkoper, als wegverharding heeft gedumpt. Ik meen ook te weten dat bij het verharden van wegen ook de nodige voorzorgen naar het beperken van milieuhinder dienen te worden genomen.
Dat de gebruikers van de langs gelegen percelen hiermee allesbehalve gelukkig zijn spreekt voor zich. Als het iets of wat nat is blijven steentjes aan de banden kleven en komen zo op de akkers terecht. De vraag is nu of ik deze man kan dwingen om de erfdienstbare weg in zijn oorspronkelijke toestand te herstellen. Bij welke instanties kan ik terecht om een en ander te laten vaststellen? Welke zijn de mogelijk te volgen procedures?
Ik verneem graag meningen vooraleer ik overga tot het vragen van betalend advies.