#2 , 10 jan 2012 10:51
“Art.1338...Bij gebrek van een akte van bevestiging of bekrachtiging, is het voldoende dat de verbintenis vrijwillig is uitgevoerd NA de tijd, waarop zij op geldige wijze bevestigd of bekrachtigd kon worden. Uit de bevestiging, bekrachtiging of vrijwillige uitvoering in de vorm en op het tijdstip door de wet bepaald, volgt de afstand van de middelen en excepties die men tegen die akte kon inroepen, onverminderd nochtans de rechten van derden.” (Burgerlijk Wetboek)
‘Uit de artikelen 1728ter,§2,en 1728quater,§2 blijkt dat deze bepalingen van dwingend recht zijn ten voordele van de huurder en dat deze laatste daarvan bijgevolg niet rechtsgeldig afstand kan doen TIJDENS de lopende huur. Hieruit volgt dat niet naar recht verantwoord is de beslissing van de rechter die de vordering van de huurder tot terugbetaling van de bedragen voor zijn waterverbruik die hij in strijd met art.1728ter,§1 heeft betaald,ongegrond verklaard om reden dat het volgens art.1315 aan de huurder staat om aan te tonen dat hij de door hem zonder enig voorbehoud betaalde bedragen niet verschuldigd was‘[Cass. 28 april 2005(T.D./L.),R.W.2007-08,1320].
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/