#14 , 23 okt 2011 09:15
“Art.193.Valsheid in geschriften, informatica of in telegrammen, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, wordt gestraft overeenkomstig de volgende artikelen.”(8 juni 1867 Strafwetboek=Sw.).
‘zegt klacht neer te leggen tegen mijn zoon als valsheid in geschriften , gebruik van zijn naam enz’
Uit wat u aanhaalt lijkt het morele element,nl. ‘met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden‘ te ontbreken.
“Art.231.Hij die in het openbaar een naam aanneemt, die hem niet toekomt, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van vijfentwintig euro tot driehonderd euro, of met een van die straffen alleen.”(Sw.)
‘en onder een andere voornaam bvb Jan s @ , terwijl hij Nik noemt’
‘Jan s @ ’ is geen ‘naam’ in de zin van art.34 Burgerlijk Wetboek.
“Art.443.Hij die in de hierna aangeduide gevallen aan een persoon kwaadwillig een bepaald feit ten laste legt, dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen, en waarvan het wettelijk bewijs niet wordt geleverd, is schuldig aan laster, wanneer de wet het bewijs van het ten laste gelegde feit toelaat, en aan eerroof, wanneer de wet dit bewijs niet toelaat...Wordt een genoegzaam bewijs geleverd, dan geeft de tenlastelegging geen aanleiding tot enige strafvervolging.”(Sw.)
“Art.444.De schuldige wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro, wanneer de tenlasteleggingen geschieden :...Hetzij ten slotte door geschriften,die niet openbaar gemaakt,maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden...”(Sw.)
‘en daarin gevraagd of hij eens wou peilen wat de leerlingen vonden van die les , want dat er toch waren inclusief hem , die niet tevreden waren ‘
Die vraag is op zich niet ‘een persoon kwaadwillig een bepaald feit ten laste leggen’
“Art.57bis.§ 1. Indien de persoon die wegens een als misdrijf omschreven feit voor de jeugdrechtbank is gebracht, op het tijdstip van het feit zestien jaar of ouder was en de jeugdrechtbank een maatregel van bewaring, behoeding of opvoeding niet geschikt acht, kan zij de zaak bij een met redenen omklede beslissing uit handen geven en ze naar het openbaar ministerie verwijzen, met het oog op vervolging...”(8 APRIL 1965. - Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade.).
‘Leerkracht zegt mijn zoon nimmer te willen toelaten in de klas en zegt proberen klaar te krijgen zoon te weigeren voor deze studie’.
U kan die beslissing aanvechten bij de inrichtende macht volgens de procedure voorzien in het schoolreglement dat u moet ontvangen hebben
Ga naar Belgische wetgeving in JUSTEL-databanken van Belgisch Staatsblad. Klik voor WetBOEKEN achter ’Juridische aard’. Op afkondigingsdatum vindt u de overige akten. Inzake FEDERALE fiscale wetgeving zie http://www.fisconetplus.be/