#3 , 21 jun 2011 12:18
invaliditeit onder de 15 % wordt uitgekeerd per punt en leeftijd via de tabel van .... naam even kwijt
In de meeste andere gevallen wordt de blijvende schade op forfaitaire * wijze vergoed (d.w.z. grof geraamd). Zo wordt bij lagere graden van B.I.* (blijvende invaliditeit) de vergoeding ervoor meestal bepaald door de graad van B.I. te vermenigvuldigen met een vast bedrag dat enkel wordt bepaald door de leeftijd van het slachtoffer (zijnde de zogenaamde forfaitaire vergoeding per punt).
Bijvoorbeeld: een slachtoffer tussen 15 en 25 jaar zal voor een lage graad van B.A.O. doorgaans een forfaitaire vergoeding van 1.875 euro per punt, zijnde per percent van B.A.O., ontvangen; dus: is de B.A.O. 3%, dan is de gebruikelijke vergoeding 3 x 1.875 = 5.625 euro.
< 15 jaar: € 2.000,-
< 25 jaar: € 1.875,-
< 30 jaar: € 1.750,-
< 35 jaar: € 1.750,-
< 40 jaar: € 1.625,-
< 45 jaar: € 1.500,-
< 50 jaar: € 1.375,-
< 55 jaar: € 1.250,-
< 60 jaar: € 1.125,-
< 65 jaar: € 875,-
< 70 jaar: € 750,-
< 75 jaar: € 625,-
< 80 jaar: € 500,-
< 85 jaar: € 375,-
> 85 jaar: € 250,-
verder kan u ook eisen :
c. Genoegenschade, ook geneugteschade of plezierschade genoemd: de vermindering van het levensgenot als gevolg van de verhoogde moeilijkheid (of de onmogelijkheid) om nog deel te nemen aan bepaalde aangename activiteiten, in het bijzonder om nog een bepaalde sport of hobby te beoefenen.
Valt ook onder deze schadepost: het niet kunnen meemaken van een geplande vakantie, bvb. omdat men op weg naar de luchthaven werd aangereden of omdat men een week voor het vertrek werd omvergereden.
De begroting van de genoegenschade gebeurt meestal ex aequo et bono (dus ruw geschat), maar zij steunt uiteraard op de concrete gegevens. Daar deze gegevens zeer uiteenlopend kunnen zijn - bij voorbeeld het niet meer kunnen voetballen (als vrijetijdsbesteding) tegenover een bijna volledig verlies van alle mogelijkheden om te genieten - zijn ook de toegekende vergoedingen zeer verschillend (bij voorbeeld 500 euro tegenover 25.000 euro).
De huishoudelijke schade
De uitvoering van huishoudelijke taken heeft een economische waarde, zodat het niet meer (of minder goed) kunnen uitvoeren van het huishoudelijke werk vergoedbare materiële schade uitmaakt. De huishoudelijke schade slaat op de materiële schade doordat men (als gevolg van het ongeval) zijn vroegere, gebruikelijke huishoudelijke activiteiten niet meer of minder goed kan verrichten. Zoals bij de professionele schade is vergoeding voor de huishoudschade verschuldigd 1° voor het verlies aan economische waarde (als huisvrouw / huisman), dus voor de volledige of gedeeltelijke onmogelijkheid om huishoudelijke activiteiten te verrichten, alsook 2° voor het moeten leveren van meerinspanningen bij dergelijke activiteiten.
Morele* schade (morele - geestelijke - psychische schade)
De morele schade (in de volksmond soms nog “pijnen en smarten” genoemd) is alle andere nadelige gevolgen dan de materiële schade. Het gaat dus om nadelen die daadwerkelijk worden ervaren door het slachtoffer maar die geen betrekking hebben op zijn financiële toestand (zijnde op zijn vermogen, zijn patrimonium).
IK ZOU ZO SNEL MOGELIJK EEN AVOCAAT ONDER DE ARM NEMEN , DIE HEEFT STANDAARD EISEN ZOALS DEZE !