U bedoelt waarschijnlijk 'landschappelijk waardevol agrarisch gebied'.
Dit duidt enkel op het feit dat het agrarisch gebied landschappelijk waardevol is en er bijgevolg bijkomende beperkingen zullen gelden m.b.t. het (verder) ontwikkelen van dit gebied. M.a.w. het estetische zal, naast het planologische, ook meespelen bij een ev. vergunningsaanvraag.
In dergelijke gebieden mogen alle handelingen en werken plaatsvindein die in overeenstemming zijn met de bestemming als agrarisch gebied, op voorwaarde natuurlijk dat ze de estetische waarde van het gebied niet in het gedrang brengen. Dit kan zijn effect hebben op de landschapsinkleding, de te gebruiken materialen, de toegelaten bouwhoogte, enz.
Waarom maar 1 paard zou mogen worden gehouden is mij dus een raadsel. Ik vermoed dat een terras wel mogelijk zal zijn (net als gewoon gebruik als tuin), maar dat bv. de aanleg van een grote vijver of een talud al moeilijker zal zijn.
Let er ook op dat de woning correct is vergund, m.a.w. dat de woning niet langer vergund is als bedrijfswoning (normaliter via 'zonevreemde functiewijziging' van bedrijfswoning naar privé-woning).
Tuinhuis is m.i. mogelijk zonder aanvraag vergunning:
Art. 2.1. Een stedenbouwkundige vergunning is niet nodig voor de volgende handelingen:
11° van het hoofdgebouw vrijstaande niet voor verblijf bestemde bijgebouwen, met inbegrip van carports, in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 1 meter van de perceelsgrenzen. De vrijstaande bijgebouwen kunnen in de achtertuin ook op of tegen de perceelsgrens geplaatst worden als ze tegen een bestaande scheidingsmuur opgericht worden en als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De totale oppervlakte blijft beperkt tot maximaal 40 vierkante meter per goed, met inbegrip van alle bestaande vrijstaande bijgebouwen. De hoogte is beperkt tot 3 meter;
Art. 2.2. De vrijstelling, vermeld in artikel 2.1, geldt alleen als de handelingen voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° ze worden volledig uitgevoerd binnen een straal van 30 meter van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning;
2° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;
3° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;
4° de handelingen zijn niet gesitueerd in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, noch in de 5 meter brede strook, te rekenen vanaf de bovenste rand van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen;
5° de handelingen, vermeld in art. 2.1, 8°, 11°, 12° en 13° zijn niet gesitueerd in ruimtelijk kwetsbaar gebied.
Best alles nog eens schriftelijk voorleggen aan de stedenbouwkundig ambtenaar van de betrokken gemeente.
Bovenstaand bericht omvat enkel mijn persoonlijk visie en geen sluitend juridisch advies.
Raadpleeg ook steeds de bevoegde overheid.