vergoeding voor vroegtijdige opzegging

pjeeroo
Topic Starter
Berichten: 30

vergoeding voor vroegtijdige opzegging

#1 , 24 apr 2011 09:23

Veronderstel
- een 9-jarig contract voor hoofdbewoning (geregistreerd) dat door huurder wordt beëindigd in het 1ste jaar: een vergoeding voor vroegtijdige opzegging van 3 maanden is verschuldigd bij einde huurcontract;
- de verhuurder maakt nieuw huurcontract met andere huurder en dit neemt aanvang 1 maand na het beëindigen van het vorige;
- bij einde huurcontract met vorige huurder weigert deze de vergoeding voor vroegtijdige opzegging van 3 maanden te betalen onder argumentatie dat er nieuw huurcontract is;
Indien verhuurder om betaling verzoekt via vredegerecht, zou het kunnen dat de vrederechter de vergoeding voor vroegtijdige opzegging matigt tot 1 maand? Of is deze vergoeding voor vroegtijdidge opzegging onbetwistbaar, ongeacht argumentatie van herverhuring?

Winston
Juridisch actief: Ja
Regio: België

Een juridische oplossing. Voor elk probleem, voor iedereen!

Benieuwd naar jouw juridische opties? Winston begeleidt jou aan de geschikte oplossing. Klik hier om jouw situatie te beschrijven en we nemen binnen de 24 uur met jou contact op voor persoonlijke begeleiding
jefke007
Berichten: 1831

#2 , 24 apr 2011 09:42

Heb ooit eens een uitspraak van vele jaren geleden in Budget en Recht van testaankoop gelezen, waar een vrederechter die vergoeding beperkte tot 1 maand. Maar iedere vrederechter kan een andere uitspraak doen

scorpioen
Berichten: 9383
Juridisch actief: Nee

#3 , 24 apr 2011 11:13

Deze vergoeding is volgens mij verschuldigd en ik denk dat de meeste rechters deze zullen toekennen. Wat niet wegneemt dat hier of daar een vrederechter er anders over zou kunnen oordelen. (Vred. Gent (7) 17 april 2000 A.J.T. 2000-01, 762; Huur 2000, 124). Dan kan je in beroep gaan. Het zou me verbazen dat een rechtbank van eerste aanleg in hoger beroep de vrederechter dan zou volgen.

Reclame

Vandebos
Berichten: 16087

#4 , 24 apr 2011 13:04

De vrederechter in kwestie gaat zijn boekje te buiten aangezien de vergoeding in feite bedoeld is als sanctie voor het zeer vroegtijdig verbreken van een contractuele overeenkomst en aldus losstaat van huurderving zelf. De vrederechter lijkt hierbij ook vergeten te zijn dat het artikel in kwestie van dwingend recht is... Het feit dat de vergoeding wordt berekend in maanden huur maakt een dergelijk argument echter wel mogelijk.

In de nieuwe wetgeving zal het waarschijnlijk interessanter zijn de verbrekingsvergoeding gelijk te stellen aan het geïndexeerde KI vermenigvuldigt met 3, 2 of 1 naargelang het contract zich in het eerste, tweede of derde jaar bevindt bij de beëindiging ervan. Op die wijze wordt de strafbepaling volledig losgekoppeld van het huurcontract en vertegenwoordigt ze een zuiver bedrag dat de alludeert naar de grond van de overeenkomst; de gewogen waarde van het pand waarvan het gebruiksrecht voor een periode wordt geschonken voor een maandelijkse vergoeding aan een derde partij.

Terug naar “Huren”