#2 , 22 mar 2011 06:49
Dat is geen Belgisch woordje in ieder geval. Als ik het goed begrijp is dat de Nederlandse variant van de Belgische 'totale uitverkoop' van een bedrijf dat wordt stopgezet.
Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming:
Art. 24. Het gebruik van de benaming " Uitverkoop ", " Liquidation " of " Ausverkauf " of enige andere gelijkwaardige benaming voor de tekoopaanbieding of verkoop van goederen is slechts toegelaten in een van de volgende gevallen en mits aan de andere voorwaarden van deze onderafdeling is voldaan :
1° de verkoop heeft plaats ter uitvoering van een rechterlijke beslissing;
2° de erfgenamen of rechtverkrijgenden van een overleden persoon die een onderneming uitbaatte, bieden hun verworven voorraad uit die onderneming geheel of gedeeltelijk te koop aan;
3° een onderneming neemt de handel van een andere onderneming over en biedt de overgedragen voorraad geheel of gedeeltelijk te koop aan;
4° een onderneming die haar activiteit stopzet, biedt haar gehele voorraad te koop aan en heeft tijdens de drie voorafgaande jaren geen gelijkaardige goederen om dezelfde reden uitverkocht;
5° een onderneming voert in de lokalen waar zij de goederen gewoonlijk te koop aanbiedt aan de consument, verbouwingen of opknapbeurten uit die meer dan 20 werkdagen duren, mits die werken de verkoop onmogelijk maken en de onderneming tijdens de drie voorafgaande jaren geen gelijkaardige goederen om dezelfde reden uitverkocht heeft;
6° een onderneming brengt de inrichting waar zij de goederen gewoonlijk aan de consument te koop aanbiedt, over naar een andere plaats, of zij sluit haar inrichting, mits zij vóór de aanvang van de uitverkoop de inrichting reeds minstens een jaar zal hebben uitgebaat;
7° een ramp bracht ernstige schade toe aan de gehele of een belangrijk gedeelte van de voorraad goederen van de onderneming;
8° door overmacht wordt de activiteit van de onderneming aanzienlijk gehinderd;
9° de natuurlijke persoon die een onderneming uitbaat verzaakt aan elke beroepsactiviteit omwille van opruststelling op voorwaarde evenwel dat hij in de loop van het vorige jaar geen uitverkoop heeft gehouden op grond van de in het 4° bedoelde reden of van de in het 6° bedoelde sluiting van de inrichting.
Art. 25. § 1. Behalve in het geval bedoeld in artikel 24, 1°, moet degene die wenst over te gaan tot een uitverkoop zijn voornemen daartoe ter kennis brengen van de minister of van de door hem daartoe aangewezen ambtenaar, voorafgaandelijk aan de uitverkoop en elke aankondiging daarvan.
Deze kennisgeving, gedaan bij een ter post aangetekende brief, moet de datum vermelden van het begin van de uitverkoop en moet het bestaan van één van de gevallen, als bedoeld in artikel 24, vermelden en aantonen.
Er mag slechts overgegaan worden tot uitverkoop tien werkdagen na de verzending van de kennisgeving, behalve in de gevallen genoemd in artikel 24, 7° en 8°.
De duur van de uitverkoop is beperkt tot vijf maanden voor de gevallen vermeld in artikel 24, 1° tot 8°, en tot twaalf maanden in het geval vermeld in artikel 24, 9°. Onderbrekingen van de uitverkoop tijdens deze termijnen hebben geen schorsende werking.
Elke aankondiging of andere reclame betreffende een uitverkoop moet verplicht de aanvangsdatum van de uitverkoop vermelden.
§ 2. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel 24, 1° en 7°, moet elke uitverkoop plaatsvinden in de verkooppunten waar, of via de verkooptechnieken waarmee, hetzij de onderneming zelf, hetzij de overleden persoon of overdragende onderneming dezelfde goederen placht te koop te stellen.
De onderneming die meent zich onmogelijk te kunnen schikken naar het eerste lid, kan bij de minister of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar, bij een ter post aangetekende brief een afwijking aanvragen. Zij moet hierbij de aangevoerde redenen en de plaats waar zij de uitverkoop wenst te houden nader omschrijven. Binnen tien werkdagen wordt over dit verzoek beslist. Indien er binnen deze termijn geen met redenen omklede afwijzing wordt meegedeeld, wordt de afwijking geacht te zijn toegestaan.
§ 3. In uitverkoop mogen slechts goederen te koop aangeboden of verkocht worden die, op het ogenblik van de gerechtelijke beslissing bedoeld in artikel 24, 1°, op het ogenblik van de ramp bedoeld in artikel 24, 7°, of op de dag van de kennisgeving voorgeschreven in § 1, deel uitmaken van de voorraad van de onderneming.
In uitverkoop mogen nochtans eveneens te koop aangeboden of verkocht worden, de goederen die op het ogenblik van de gerechtelijke beslissing bedoeld in artikel 24, 1°, of op het ogenblik van het overlijden van de persoon die een onderneming uitbaatte bedoeld in artikel 24, 2°, of op het ogenblik van de ramp bedoeld in artikel 24, 7°, of op het ogenblik van de hinder bedoeld in artikel 24, 8°, het voorwerp zijn geweest van een bestelling die, gelet op haar omvang en datum, als normaal kan worden beschouwd.
Indien de onderneming verscheidene verkoopsinrichtingen uitbaat, mogen, zonder de toestemming van de minister of van de door hem daartoe aangewezen ambtenaar, geen goederen worden overgebracht van een inrichting naar de plaats waar de uitverkoop plaatsvindt.
De toestemming moet worden aangevraagd bij een ter post aangetekende brief met vermelding van de omstandigheden die het verzoek rechtvaardigen. Over dit verzoek wordt binnen tien werkdagen beslist. Bij ontstentenis van een met redenen omklede afwijzing binnen deze termijn, wordt verondersteld dat het toegestaan is de goederen over te brengen.
§ 4. Behalve in het geval bedoeld in artikel 24, 1°, moet elk goed dat in uitverkoop aangeboden wordt een prijsvermindering ondergaan ten opzichte van de referentieprijs, zijnde de laagste prijs die in de loop van de maand die de eerste dag van de uitverkoop voorafgaat voor hetzelfde goed gevraagd werd, hetzij door de onderneming zelf, hetzij door de overledene of de overdragende onderneming.
Bij vermelding van de prijs waartegen het goed wordt uitverkocht wordt ook de referentieprijs vermeld of wordt informatie gegeven die het de gemiddelde consument mogelijk maakt die referentieprijs onmiddellijk en gemakkelijk te berekenen.
Ingeval de onderneming een eenvormig kortingspercentage toepast op producten of op categorieën van producten, mag zij alleen de referentieprijs vermelden. De aankondiging moet vermelden of de prijsvermindering al dan niet werd toegepast.
§ 5. De persoon die overgaat tot een uitverkoop zoals bedoeld in deze onderafdeling draagt de bewijslast dat is voldaan aan alle voorwaarden gesteld voor een dergelijke uitverkoop.
Art. 26. De Koning kan bepalen dat de kennisgevingen en aanvragen bedoeld in artikel 25, ook kunnen geschieden met andere communicatietechnieken, en de modaliteiten daarvan vaststellen.