#3 , 17 dec 2005 15:03
Burgerlijk Wetboek
Art. 1479. <W 1998-11-23/35, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2000> "Indien de verstandhouding tussen de wettelijk samenwonenden ernstig verstoord is, beveelt de vrederechter, op verzoek van ??n van de partijen, de dringende en voorlopige maatregelen betreffende het betrekken van de gemeenschappelijke verblijfplaats, betreffende de persoon en de goederen van de samenwonenden en van de kinderen alsmede betreffende de wettelijke en contractuele verplichtingen van beide samenwonenden."
De vrederechter kan in dit kader veroordelen tot betalen van een onderhoudsgeld,
maar ...
"De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Hoe dan ook vervallen die maatregelen op de dag dat de wettelijke samenwoning, zoals bedoeld in artikel 1476, ? 2, zesde lid, wordt be?indigd" (art. 1479, tweede lid, B.W.).
De dringende en voorlopige maatregelen, en dus het onderhoudsgeld waartoe de vrederechter zou veroordelen, vervallen automatisch als de wettelijke samenwoning wordt be?indigd.
en om het nog wat moeilijker te maken:
"Na de be?indiging van de wettelijke samenwoning en voor zover de vordering binnen drie maanden na die be?indiging is ingesteld, gelast de vrederechter de dringende en voorlopige maatregelen die ingevolge de be?indiging gerechtvaardigd zijn. De vrederechter bepaalt de geldigheidsduur van de maatregelen die hij oplegt. Die geldigheidsduur mag niet langer dan ??n jaar bedragen." (art. 1479, derde lid, B.W.)
Kan de vrederechter dan op grond van die laatste bepaling nog veroordelen tot betaling van een onderhoudsgeld na het be?indigen van de wettelijke samenwoning, voor een periode van ??n jaar? Volgens sommigen wel, volgens anderen niet.
Voor meer informatie zie onder meer: P. SENAEVE, De onderhoudsverplichting tussen wettelijk samenwonenden en tussen concubinerenden, in P. SENAEVE (Ed.), Onderhoudsgeld, Acco 2001, blz. 155-186.
Sommigen zijn van oordeel dat ook tussen concubinerenden een veroordeling tot betaling van een onderhoudsgeld kan worden uitgesproken. Dit standpunt vindt in de rechtspraak weinig of geen aanhang.
scorpioen