#2 , 26 mar 2009 19:15
ART. 373
[ De aanranding van de eerbaarheid, met geweld of bedreiging gepleegd op personen van het mannelijke of vrouwelijke geslacht, wordt gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar.
Wordt de aanranding gepleegd op de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar, dan wordt de schuldige gestraft met opsluiting [ van vijf jaar tot tien jaar ] .
(W. 28.11.2000 - art. 7, 1° - B.S. 17.3.2001)
Is de minderjarige geen volle zestien jaar oud, dan is de straf [ opsluiting ] van tien jaar tot vijftien jaar. ]
ART. 375
[ Verkrachting is elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt.
Toestemming is er met name niet wanneer de daad is opgedrongen door middel van geweld, dwang of list of mogelijk is gemaakt door een onvolwaardigheid of een lichamelijk of een geestelijk gebrek van het slachtoffer.
Met opsluiting [ van vijf jaar tot tien jaar ] wordt gestraft ieder die de misdaad van verkrachting pleegt. ]
Wordt de misdaad gepleegd op de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar, dan wordt de schuldige gestraft met [ opsluiting ] van tien jaar tot vijftien jaar. ]
ART. 377
[ Is de schuldige een bloedverwant in de opgaande lijn [ of adoptant ] ; behoort hij tot degenen die over het slachtoffer gezag hebben; heeft hij misbruik gemaakt van het gezag of de faciliteiten die zijn functies hem verlenen; is hij een geneesheer, heelkundige, verloskundige of officier van gezondheid aan wie het kind ter verzorging was toevertrouwd; of is de schuldige, wie hij ook zij, in de gevallen van de artikelen 373, 375 en 376, door een of meer personen geholpen in de uitvoering van de misdaad of van het wanbedrijf [ ; of is hij hetzij de broer of de zus van het minderjarige slachtoffer of ieder ander persoon die een gelijkaardige positie heeft in het gezin, hetzij onverschillig welke persoon die gewoonlijk of occasioneel met het slachtoffer samenwoont en die over dat slachtoffer gezag heeft, ] dan worden de straffen bepaald als volgt: ]
ART. 378
[- In de gevallen omschreven in dit hoofdstuk worden de schuldigen veroordeeld tot ontzetting van de rechten genoemd in artikel 31. ]