Na een toch een kwartier zoeken (nergens een toelichting bij de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening te vinden?!) toch een antwoord gevonden via een, destijds, gestelde parlementaire vraag:
De voorzitter : De heer Ceyssens heeft het woord.
De heer Lode Ceyssens : Voorzitter, minister, met de inwerkingtreding van onze nieuwe Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hebben we een historische anomalie in onze ruimtelijke ordening weg willen werken. Het gaat om een anomalie die destijds is ontstaan met het afschaffen van de opvulregel, een afschaffing die toen terecht heel drastisch gebeurd is om een rush op dergelijke percelen te vermijden.
Een van de gevolgen daarvan was dat er een aantal bizarre gegevens zijn ontstaan in het landschap. De meest bizarre zijn ongetwijfeld de halfopen bebouwingen waardoor we prachtige Vlaamse beelden krijgen van open akkers waarin een halfopen bebouwing staat met op de onafgewerkte gevel reclame voor allerhande zaken om er toch nog een beetje kleur aan te geven – fraai is dat allesbehalve. Het zijn littekens in het landschap. We hebben alleszins getracht om met de nieuwe Codex Ruimtelijke Ordening dit probleem dat de opvulregel heeft gecreëerd, op te lossen.
Hieraan zijn een aantal randvoorwaarden gesteld, uiteraard dat het een halfopen bebouwing moest zijn, een bebouwing die al op de perceelsgrens lag om te vermijden dat ineens ramen dichtgemaakt worden en men halfopen bebouwingen gaat creëren om de afwerkingsregel in te roepen enerzijds, en anderzijds dat het perceel waarop het ligt, maximaal 650 vierkante meter groot mag zijn. Ik herinner me uit de discussie dat we hiermee wilden vermijden dat er ineens een heel groot perceel zou worden ingenomen, dat er een woning zou komen met een bijzonder grote tuin midden in het open landschap. Het is daarom dat de perceelsgrootte beperkt is.
Probleem is natuurlijk wel dat die perceelsgrootte nooit afgebakend is omdat er niet de mogelijkheid was om nog te bouwen. Nergens in onze wetgeving staat duidelijk dat die percelen voor 1 september kleiner moesten zijn dan 650 vierkante meter. Er was vooraf ook geen enkele aanleiding om die percelen kleiner te maken dan 650 vierkante meter.
Op het terrein en bij de administratie blijkt er echter nog discussie over de toepassing van dit artikel. Mag er nog een verkavelingsvergunning worden afgeleverd om die opdeling te realiseren in functie van de afwerkingsregel?
Minister, is er een verkavelingsvergunning nodig om die afwerkingsregel toe te passen op een perceel dat groter is dan 650 vierkante meter? Zo ja, kunt u uw administratie dan instrueren om dit soort verkavelingsvergunningen mogelijk te maken, en met andere woorden positief te adviseren?
De voorzitter : Minister Muyters heeft het woord.
Minister Philippe Muyters : De schets die u maakt, is heel duidelijk en juist.
De afwerkingsregel kan worden toegepast op percelen van maximum 650 vierkante meter. Die 650 vierkante meter is ingeschreven om de vertuining van agrarisch gebied te vermijden. Als het kadastraal perceel ruimer is, en daar hebt u het over, dan stelt de memorie van toelichting dat er eerst een verkaveling moet worden doorgevoerd. Als er geen eigendomsoverdracht mee gemoeid is, is het mogelijk dat het perceel notarieel wordt gesplitst. Daarmee kan men het perceel op 650 vierkante meter brengen. In dat geval valt men binnen de codexregeling.
Daarnaast moet een bouwaanvraag voldoende garanties bieden dat geen ruimere oppervlakte dan de toegelaten 650 vierkante meter wordt ingenomen. Dat kan door op het grondplan uitdrukkelijk de tuingrenzen en de afsluiting aan te geven.
Wij hebben deze zaak besproken met de administratie. De administratie is op de hoogte van onze mening daarover.
De heer Lode Ceyssens : Dat is een heel duidelijk antwoord.
De voorzitter : Het incident is gesloten.
Uit bovenstaand antwoord kunnen we dus afleiden dat het wel degelijk de intentie was van de wetgever om personen toe te laten de afwerkingsregel (verstrengde versie van de vroegere 'opvulregel') te gebruiken. Hierbij wou de wetgever er wel voor zorgen dat de maximale 650 m² gerespecteerd werd zodat er geen 'vertuining' zou zijn van het achterliggend agrarisch gebied. Beide intenties bereikt de wetgever perfect door toe te laten een perceel op te splitsen tot er een stuk van max. 650 m² ontstaan. Enerzijds wordt de afwerkingsregel uitgevoerd en anderzijds wordt, door het afbakenen van de maximale 650 m², er voor gezorgd dat er geen vertuining zal plaatsvinden.
Het lijkt me dus dat het laten opstellen van een verdeelplan (tenzij dit juridisch-technisch niet gelijkgesteld zou kunnen worden met een verkaveling) om zo de afwerkingsregel te kunnen toepassen het goed recht is van uw buurman.
Dat is mijn eerste inzicht; misschien/hopelijk komt er nog een second opinion!
Bovenstaand bericht omvat enkel mijn persoonlijk visie en geen sluitend juridisch advies.
Raadpleeg ook steeds de bevoegde overheid.