Ten eerste kunt u onderhandelen met de overheid over de omvang van de vergoeding.
Als er tot een akkoord gekomen wordt, kan de onteigening dan gebeuren.
Als er niet tot een akkoord gekomen wordt, dan zal de onteigenende overheid zich wenden tot de Vrederechter. Deze zal dan een provisionele vergoeding toekennen en een een onafhankelijke deskundige aanstellen om te bepalen welk bedrag hij voor de onteigeningsvergoeding realistisch vindt.
Je kan aan de deskundige altijd uw argumenten meedelen (dit kan je ook doen aan de Vrederechter).
Argumenten die je kan gebruiken m.b.t. betwisting over de onteigeningsvergoeding:
- M.b.t. de verkoopwaarde van het onroerend goed kun je verwijzen naar verkoopprijzen die in het recente verleden in de buurt van je eigen onroerend goed werden gerealiseerd. (Zo kun je eventueel een soortgelijk onroerend goed aanschaffen.)
- Je kan ook zeggen dat je inkomstenverlies zal lijden door de onteigening, vb: in geval van een akker of weide (heeft invloed op de bedrijfsactiviteit of omzet).
- De gedeeltelijke onteigening kan invloed hebben op de waarde van het gedeelte dat niet onteigend wordt. Dergelijke waardevermindering komt meestal in aanmerking voor vergoeding.
- Je kan eventueel aanspraak maken op een wederbeleggingsvergoeding wanneer je bij een eventuele aankoop van een soortgelijk onroerend goed zult geconfronteerd worden met extra kosten.
Hou er wel rekening mee dat m.b.t. de sentimentele waarde die u aan het onteigende goed hecht, weinig rekening zal gehouden worden.
Het gaat hier wel om een voorlopige vergoeding aangezien je, in geval van niet akkoord, om een herziening kan vragen bij de Rechtbank van Eerste Aanleg. Als deze uitspraak gedaan heeft en de onteigening toekent, is die vergoeding die zij bepaalt heeft de definitieve vergoeding.
Als die laatste definitieve vergoeding nog niet genoeg is, kun je altijd hoger beroep aantekenen.
Meer informatie over onteigening:
www.crow.be (centrum voor recht en onteigeningen)
edit: je hebt wel degelijk wat te zeggen dus
