#7 , 12 apr 2007 09:55
Losstaand van de discussie of het betreffende feit al dan niet verwijst naar schade aangericht aan een werf is ook onderstaande zeer belangrijk.
Heeft u die bepaalde verzekering speciaal afgesloten naar aanleiding van uw woning in opbouw? Zo ja lijkt het mij sterk indien de verzekeraar daarvan niet op de hoogte was. Ik wil hiermee gewoon aanduiden dat verzekeraars enkele informatieverplichtingen hebben en het in dat geval waarschijnlijk verdedigbaar is dat zij deze niet te goeder trouw zouden hebben uitgevoerd en met andere woorden foutief (mogelijks zelfs bedrieglijk, door een opzettelijk verzwijgen) handelden bij het contracteren met u.
Niet enkel de informatieverplichting (dit is een zorgvuldigheidsplicht van de verzekeraar) is aan de orde maar ook het feit dat in het relevante artikel 3 niet "werf" staat maar wel "woning in opbouw" en de verzekeraar (??nzijdig) van deze bepaling afwijkt door deze term om te zetten in "werf". Van een overeenkomst kan niet ??nzijdig worden afgeweken (daarenboven geeft uw verzekeraar zelfs geen definitie van zijn eigen term zodat zijn monopolie troef zou zijn), daarenboven zou dat kennelijk niet stroken met de eerlijke handelspraktijken zoals die zijn opgesomd in Artt. 30, 32 en 94 WHPC. Hieronder deel citeer ik de mijn inziens mogelijk relevante artikelen die zouden kunnen wijzen op een onrechtmatig optreden van uw verzekeraar. Vergeet ook niet dat wanneer het uiteindelijk louter om een interpretatietwist zou gaan, de uitlegging ten voordele van u als consument zal prevaleren.
Art. 31
[? 1. ]
Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder onrechtmatig beding, elk beding of elke voorwaarde die, alleen of in samenhang met een of meer andere bedingen of voorwaarden, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen.
...
? 3.
Voor de beoordeling van het onrechtmatige karakter van een beding van een overeenkomst worden alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst, alsmede alle andere bedingen van de overeenkomst of van een andere overeenkomst waarvan deze afhankelijk is, op het moment waarop de overeenkomst is gesloten in aanmerking genomen, rekening houdend met de aard van de producten of diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft.
De beoordeling van het onrechtmatige karakter van bedingen heeft geen betrekking op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren producten of te verrichten diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.
? 4.
Indien alle of bepaalde bedingen van de overeenkomst schriftelijk zijn, moeten ze duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld.
Ingeval van twijfel over de betekenis van een beding, prevaleert de voor de consument gunstigste interpretatie.
Art. 32
[In de overeenkomsten gesloten] tussen een verkoper en een consument, zijn onrechtmatig de bedingen en voorwaarden of de combinaties van bedingen en voorwaarden die ertoe strekken:
....
3. de verkoper het recht te verlenen om de kenmerken van het te leveren produkt of de te verlenen dienst eenzijdig te wijzigen indien die kenmerken wezenlijk zijn voor de consument, of voor het gebruik waartoe hij het produkt of de dienst bestemt, althans voor zover dit gebruik aan de verkoper was medegedeeld en door hem aanvaard of voor zover, bij gebrek aan een dergelijke specificatie, dit gebruik redelijkerwijze was te voorzien;
...
5. de verkoper het recht te verlenen om eenzijdig te beslissen of het geleverde produkt of de verleende dienst overeenstemt met de overeenkomst [of hem het exclusieve recht te geven om ??n of ander beding van de overeenkomst te interpreteren];
...
Art. 35
? 1.
De Koning (lees 'regering') richt binnen de Raad voor het Verbruik, op de voorwaarden die Hij bepaalt, een Commissie voor Onrechtmatige Bedingen op.
? 2.
De Commissie neemt kennis van de bedingen en voorwaarden die in tekoopaanbiedingen en in verkopen van produkten en diensten tussen verkopers en consumenten voorkomen.
? 3.
Op de Commissie kan een beroep worden gedaan door de Minister, de consumentenorganisaties, door [...] de betrokken interprofessionele en bedrijfsgroeperingen.
Zij kan ook van ambtswege optreden.
...
Art. 94
Verboden is elke met de eerlijke handelsgebruiken strijdige daad, waardoor een verkoper de belangen van een of meer consumenten schaadt of kan schaden.