#2 , 01 mar 2009 16:56
Volgende wettelijke bepalingen zijn hier op van toepassing:
Art. 205 Burgerlijk Wetboek
"De kinderen zijn levensonderhoud verschuldigd aan hun ouders en hun andere bloedverwanten in de opgaande lijn die behoeftig zijn."
Art. 207 Burgerlijk Wetboek
"De verplichtingen die uit deze bepalingen voortvloeien, zijn wederkerig."
Een ouder is dus principieel levensonderhoud verschuldigd aan het behoeftig kind, ook al is dit kind meerderjarig.
Evenwel is het vaste rechtspraak dat de behoeftigheid onvrijwillig moet zijn. Met andere woorden, de behoeftigheid mag niet te wijten zijn aan het handelen van de behoeftige persoon.
Uit jouw relaas kan ik opmaken dat je zoon zich door zijn eigen toedoen in de schulden heeft gewerkt. Hiervoor dient de ouder dus principieel niet in te staan.
Dura lex, sed lex - Rudy Van Turnhout